Frank
bijvoeglijk naamwoord en bijwoord
1
vrij; onbeschroomd; vrijmoedig:
2
Zuid-Nederlands grof, ruw, ongemanierd; brutaal, onbeschoft, vrijpostig
Vrij
1
Ongebonden, niet in beweging beperkt....
Frank en vrij
Frank en vrij,
ook geschreven vrank en vrij, wil zeggen: onbeschroomd, vrijmoedig. In de 16de eeuw, evenals ook nu, vrij en vrank, zie Hooft, Ger. v. Velzen, 432: Vry en vranck; Ann. 987: Vrank en veiligh; Vondel, Adam in Ball. vs. 1328: Zoo leeftge vranck en vry; Tuinman II, 104 en Halma, 752: Hij gaat vrij en vrank over straat, il marche franc et libre par la rue; Joos, 46: Vrij en vrank. Het adjectief vrank (frank) is ontleend aan het fr. franc, mlat. francus, Frankisch ‘De bet. ontwikkeling Frankisch > vrij lag in het Frankenrijk met zijn vele onvrije onderworpelingen zeer voor de hand’ (Franck - v. Wijk, 761). Ook in het fr. hd. en eng. (free and frank naast frank and free); de. fri og frank.