311398b: ergens ànders tegenaankijken: dat zien we
Q
OOK HEEL DUIDELIJK IN EEN DOCUMENT UIT ONGEVEER DEZELFDE TIJD (rond het begin van onze jaartelling) dat bekend staat als de Paralipomena Jeremiae {Kroniek van Jeremia}?! In afwijking van niet alleen Josefus maar ook van de al-gemeen bekende bijbeltekst plaatst de auteur van dit document het ontstaan van de Samaritaanse gemeenschap enkele eeuwen later dan aan het einde van de 8ste eeuw voj./BCE, maar híj ziet de leden ervan duidelijk als voormalige Israëlieten!? VDH citeert de desbe-treffende passage (cap. volledig omdat hij tot nu toe i/d discussie goeddeels over 't hoofd gezien is? 1) TOEN KWAM DE DAG WAAR-OP DE HEER HET VOLK UIT BABYLON WEER TERUGVOERDE! 2) DE HEER SPRAK TOT YIRMEYAHOE: 'Sta op, zowel jij als het volk, en kom naar de YARDEENRIVIER'! JIJ MOET DAN TOT HET VOLK ZEGGEN: "Al wie de Héér liefheeft moet de werken van Babylon nu achter zich laten!" Wàt betreft mannen die daar vrouwen uit hun midden genomen hebben & vrouwen die daar mannen uit hun midden hebben genomen - 3) laat daarvan degenen die naar jou luisteren (de Yardeenrivier) oversteken en neem hen mee naar Yeroesjalayiem! Breng echter degenen die niet naar jou luisteren dáár níet heen!' 4) YIRMEYAHOE deelde het volk daarop al,deze dingen mee, en ze stonden op & kwamen naar de Yardeen òm die over te steken! Toen hij hen vertelde wàt de Héér tot hem gezegd had, wilde de helft van dege-nen die met (vrouwen) uit hun midden getrouwd waren, niet naar Yirmeyahoe luisteren, maar zij zeiden tot hem: 'WIJ WILLEN IN GEEN ENKEL GEVAL VOOR ALTIJD ONZE VROUWEN VERLATEN, WIJ NEMEN HEN GEWOON MEE MET ONS NAAR ONZE STAD!' 5) En ze trokken de Yardeen óver en gìngen naar Yeroesjalayiem; daarop stonden Yirmeyahoe, Baroech & Avimelech òp & zeiden: 'IEDER MENS DIE NU VERKEERT MET EEN BABYLONISCHE MAN OF VROUW MÀG DÉZE STÀD ABSOLUUT NÍET BINNENGAAN!' 6) Tóen overlegden ze met elk-ander & zéiden: 'LATEN WE DÀN MAAR ÒPSTAAN EN TERUGKEREN NAAR ÒNZE ÉIGEN PLÈK?!' 7) En zó vertròkken ze vandaar. Toen ze bij Babylon aankwamen, kwamen de Babyloniërs hen tegemoet & zeiden: "JULLIE KÙNNEN ONDER GEEN ENKEL BEDING ÌN ÒNZE STAD BINNENKOMEN, WANT JULLIE HEBBEN ÒNS ALTIJD AL GEHÁÁT ÈN JULLIE ZIJN STIEKEM BIJ ONS WEGGEGAAN? DAAROM ZIJN JULLIE NU BIJ ONS NIET MEER WELKOM! WE HEBBEN NAMELIJK ONDER ELKAAR EEN EED BIJ DE NAAM VAN ONZE GOD GEZWOREN OM NÒCH JULLIE ZÈLF NÒCH JULLIE KINDEREN WÉÉR TE ÒNTVÀNGEN, WANT JÙLLIE ZÍJN STIEKEM BIJ ONS WEGGEGAAN!' Tóen ze dit alles al zo nu aangehoord hadden, keerden ze weeròm & gingen naar 'n verlaten plek, vèr vàn Yeroesjalayiem, & dáár bouwden ze voor zichzelf 'n Stàd die ze Samaria noemden! 9) Yirmeyahoe zond hèn echter de volgende boodschap: 'BEKEER JE, WANT ER KOMT EEN ENGEL DER GERÈCHTIGHEID DIE JULLIE NAAR JULLIE PLAATS ZAL BRENGEN, EN WEL HIERBÓVEN!'
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende