31218gkbvo5113b 'De Kóning van Israël, dé hèld ~~~

Q
VAN DUIZEND VÈLDSLAGEN, HIJ DIE ÁRÀM VERPLETTERT ÈN MOAV LAAT ZÙCHTEN...' begon de heraut, maar Achav legde hem 't zwijgen op.
'Ìk LÈG ú de volgende vraag voor,' zei de Kóning. 'Zàl Ìk òptrèkken TÉGEN Ramot in Gilead òf zàl Ìk dàt nálaten?'
De profeten riepen ook nu weer van ÀLLES èn nòg wàt dóór elkaar, zodat hélemáál niemand ook maar één wóórd ervan KÒN verstaan!
Toen riep Achav één van hèn bíj zich! 'Hóe héét ú?' vroeg hij.
'Tsedekyahoe, de zoon an Kenaäah,' zei de man.
'Ó díe,' zei Achav.
'Dezèlfde,' zei Tsedekyah.
'Vertèl me dan, Tsedekyah zoon van eh...'
'Kenaänah,' zei de profeet behulpzaam.
'Júist,' zei Achav. 'Vertèl me dan namens àlle hoer aanwezige profeten wàt úw àntwoord ìs òp míjn vráág!'
Tsedekiyah antwoordde: 'TRÈK ÒP, GÒD ZÀL Ú DE STÀD IN HÀNDEN GÉVEN!' En géén v/d proféten die aldaar vóór die dorsvloer aanwezig waren, bracht ook maar íets ìn TÉGEN het Wóórd vàn Tsedekiyah, hóewèl YOSJAFAT, de Vróme Kóning van Yehoedah, hèn àllen één voor één fronsend áánkeek!
'Wèláán, kíjk toch eens áán,' riep Achav verheugd úit, 'we kùnnen òptrekken, want Gòd ìs mèt òns!'
Maar Yosjafat zei: 'Hèbben we wel àlle profeten geráádpleegd? Hèbben we er niet één per vergìssing óvergeslagen?'
'Me dùnkt,' zei Achav beduusd, 'víerhònderd proféten en Ú bent nòg niet óvertúigd?'
Yosjafat gaf daarop geen antwoord, maar herhaalde wat hij had gezegd: 'Ìs 'r niet één profeet in héél Israel die wij hebben vergéten?!'
'Jáwèl,' sprak Achav knorrig, 'zéker wel! ÌK WÉÉT er nog wel één, maar ÌK háát hèm omdat híj over MÍJ NÓÓIT íets góeds, maar àlléén maar ònheil profeteert!'
24 mrt 2018 - bewerkt op 26 mrt 2018 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 79 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende