VERBAZING
TOVERDE ACHAV EEN NIEUWE NAAM
UIT ZIJN KONINKLIJKE HOED, EEN PROFEET
DIE ÌK NOG NOOIT EERDER HAD HOREN NOEMEN,
LAAT STAAN DAT IK AL ENIGE PROFETIE VAN HEM KÈNDE?!
'Micha,' zei Achav somber. 'Híj háát me!' MICHA! Alweer zo'n profeet
die er volgens Eliyahoe niet wàs omdat ik hem had 'omgebracht'?! 'Àch Achav,'
zei YOSJAFAT kluchtig luchtig, 'dàt moet u niet zèggen! Ú vat de gramschap van proféten
té persoonlijk òp, vind ik! Het gaat hèn immers níet om Ú, maar òm Gòds Wèt?!' 'Hij háát me,'
herhaalde Achav sòmber, 'maar àls Ú èròp stáát, dan laat ik hem hálen!' 'Ik stá erop,' sprak Yosjafat,
de vrome koning van Yehoedah! Híj KRÉÉG zíjn zìn, maar blijkbaar had hij weinig vertrouwen in de afloop,
want hij stuurde 'n boodschapper naar DAMASCUS! Die man werd door míjn geheime dienst onderschept & verhoord!
Zíjn grote boodschap luidde: 'AAN MIJN HEER, DE KONING VAN ÁRÀM, VAN ZIJN BROEDER YOSJAFAT, KONING VAN YEHOEDAH!
Àls de legers vàn Yehoedah & Israël mòchten òptrekken naar ÚW STÀD RAMÒT IN GILEAD, WÉÉT dàn dàt ÌK níet TÉGEN Ú vècht, maar
dàt ÌK Ú de GELÉGENHEID GÉÉF òm mèt de koning van Israël ÚW WÌL te dóen!' Die vrome koning van Yehoedah speelde aldus weer 'n dubbel spèl: hij híeld zich zó die vèchtjas uit Israël van het líjf mèt zíjn schíjn van vriendschap, & tegelijkertijd wilde hij de koning van ÁRÀM vooral níet TÉGEN zich ìn het hàrnas jágen! ÌK dùrfde Achav nog niet meteen ervan op de hoogte te brengen, want ik vreesde voor 'n inéénstorting van diens huméur! We zonden dus 'n man van òns naar Damascus met 'n gelijkluidende boodschap,want YOSJAFAT wàchtte ongetwijfeld
òp àntwoord!?