31230gkbvo5123 Achaziyah zweeg en keek wezenloos
Q&@
NAAR HET DODE LICHAAM VAN ZIJN VADER.
HIJ BEGREEP NIET GOED WAT DOOD WAS, HOEWEL HIJ DE JAREN DES ONDERSCHEIDS BEREIKT HAD.
Ik kòn hèm niet hèlpen. De wereld was leeg, de mensheid uitgestorven. De goden waren van hun luister beroofd.
Ik was als 'n roerdomp die verstijfd van schrik in het riet staat. De stilte was 'n verschrikking, mijn hart fladderde achter de kooi van mijn ribben. 'De koning is dood,' fluisterde ik zonder mijn eigen woorden te begrijpen. Meribaäl huilde om mijn verdriet, maar ik kon geen traan laten, want mijn handen voelden hem nog, mijn borsten gloeiden nog van zijn laatste liefkozingen, mijn lippen kusten zijn levende huid. Mijn liefde voor Achav keerde met onbesuisde kracht in me terug, zonder twijfels, zonder voorwaarden. Ik wist dat de minachting en de afkeer die ik tijdens zijn leven ook had gevoeld bijzaken waren. Ze vielen als oude modder van me af. Het was niet meer nodig om hem te idealiseren, want ik had hem líef! We begroeven de koning in het graf van zijn vader OMRI. We legden zijn zwaard onder zijn hoofd & z'n schild onder zijn lichaam, zoals bij gesneuvelde krijgslieden gebruikelijk is. Toen ik daarna met mijn gevolg langs de vijver liep, zag ik dat men Achavs strijdwagen aan het afspoelen was. Ik liet de honden die zijn bloed oplikten wegjagen. Er waren een paar legerhoertjes bij de vijver die zich daar wasten. Ik liet hen begaan, want zij bedoelden er niets kwaads mee en ze ontroerden me, ze wasten zich met het bloedvat de held van Israël. Ik had me graag bij hen gevoegd. Ik kleedde me in een zak, sluierde m'n gezicht, ging barrevoets & vastte zeven dagen, maar ik had geen tijd voor verdriet. Ik moest nu wel snel handelen? Diezelfde nacht nog riep ik alle vorsten naar Samaria. Twee dagen later was m'n sukkelige Achaziyah koning van Israël! 'Ik ben nu koning omdat mijn vader geen koning meer kan zijn,' zei hij met 'n diepe frons in zijn voorhoofd. 'Omdat mijn vader is doodgebloed van 'n pijl. Ik ga op zijn troon zitten omdat hij is begraven en niet meer kan zitten. Ik slaap in het bovenvertrek omdat mijn vader daar niet meer slaapt!'
Dat was wijs gesproken.
Mor Asih denkt aan de voorbije driekwart eeuw: dode lichamen dragen vrucht en wij hebben nog steeds moeite met onderscheiden.
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende