31355gkbvo5161 'Wanneer we de stad uit gaan,' ....
Q
ZÙLLEN ZE ONS LÉVEND GRIJPEN ÈN DE STAD BINNENKOMEN!' We liepen over de muur & keken naar 't Stille Kamp van de Arameeërs: er bewoog níets? De melaatsen stonden nu tussen Samaria & het Kamp in: zij schreeuwden & zwaaiden met hun armen!
Yorams adjudant hield de voorzichtigheid van de koning voor esluiteloosheid & werd òngedùldig: 'Laten we toch alstublieft vijf van de overgebleven ruiters úitsturen! Wat maakt 't úit of ze hier van honger ÒMKOMEN of daarbuiten sneuvelen? We sturen ze naarbuiten & we zien wel wàt ervan kòmt?!' Tóen zònd Yoram twee strijdwagens de poort uit, twee strijders dus samen met hùn schildknapen & wagenmenners, zès màn in totaal, & hij gàf díe mànnen de opdracht: 'GÁ KÍJKEN WÁÁR DIE ARAMEEËRS GEBLÉVEN ZIJN!' Ik zag hen uitrijden. Éérst verkenden ze het kamp, toen reden ze weg naar 't oosten, waar ze úit 't zicht verdwénen! Ze bléven Làng wèg! Het Vòlk gròmde bij de gesloten poort, want het had HÒNGER & wìlde naar búiten! Het moest onder bedreiging van wapens in bedwàng gehouden worden! De koning & ik wilden niet terug naar het paleis, want ònze hóóp gróeide...... We wàchtten de héle DÀG, van de vroege morgen tot de avond, terwijl 't volk opdrong naar de poort! Tóen kéérden de strijdwagens terug: ze konden de poort niet binnen, daarom schreeuwden ze hun boodschap van beneden naar bóven: 'WE ZIJN AL TÒT ÁÁN DE YARDEENRIVIER GEWEEST!' schreeuwden ze. 'DE HÉLE WÈG LÀG VÒL MET KLÉREN ÈN WÁPENS VAN DE VLUCHTENDE ARAMEEËRS!' Toen de koning dat hoorde liet hij de hopman op wiens arm hij gesteund had met zíjn mannen uitrukken naar de poort, want hij vreesde dat de mensen elkaar zouden vertrappen als de poort openging! De hoofdman liet het volk terugdringen & beval zijn manschappen de mensen in groepjes naar buiten te laten komen. Tóen werden de poorten geopend! Maar toen de mensen de vrijheid zágen èn het lòkkende vóedsel van het verlaten belegeringskamp, verloren ze hun verstand & rolden als 'n vloedgolf naar de poort die té smàl was om hen àllen door te laten. De dappere hoofdman SPRÒNG vóór hùn dáverende voeten, maar zíj zagen hem niet staan, liepen óver hèm héén & vertràpten hem. Hij was 'n goede man, op wiens arm de koning had gesteund... 't Vòlk pèrste zich door de poort & plunderde het kàmp van de Arameeërs ~~~~~~
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende