Q
GEBLÉVEN?
IK KEEK NAAR YORAMS RUG,
MAAR KON HEM DAAR NIET VINDEN,
ZÓ DIEP WAS HIJ VERZONKEN IN HET VLEES!
TOEN ZÀG IK HEM UIT YORAMS BORST NAAR BUITEN STEKEN
EN WIST, VERLAMD VAN PIJN, OPEENS WAAR HIJ GEBLEVEN WAS: DWARS DOOR ZIJN HART
WAS HIJ GEREISD TOT HIJ UIT YORAMS BORST TEVOORSCHIJN KWAM. DE KONING ZAKTE IN ZIJN WAGEN IN ELKAAR!
ELOHIM! ALLERHOOGSTE, DIE HÉMEL ÈN ÁÁRDE BEZÌT! ZÍE DÉ MÈNS! HIJ SCHIET ZIJN BROEDER 'N PIJL IN DIENS WEERLOZE RÙG!
O VERRADERLIJKE YEHU, WÀS JÍJ NIET ÓÓK OP HET SLAGVELD WAAR ACHAV STIERF? WAS JÍJ DIE ANONIEME MAN WIENS PIJL 'PER ONGELUK' ACHAVS SCHOUDER TRÒF? MIJN MÀN ÈN MIJN ZÓÓN, BÉIDEN IN DE RÙG GESCHOTEN, IS DAT NIET TOEVALLIG? DE REST
VAN JE LÉVEN, JEHU, ZÙL JE MET SCHICHTIGE ÓGEN ACHTEROMKIJKEN OM TE ZIEN ÒF JÓUW RÙG GEDÈKT ÌS. JÍJ ZÙLT OP JOUW RUSTBED GÉÉN RÙST VÌNDEN EN BIJ JOUW VROUWEN GÉÉN GENÓEGENS, WANT ÀLTÍJD ZÙL JÍJ JOUW WEERLOZE RÙG VÓELEN,
ÓPEN ÈN BLÓÓT VOOR EEN FLITSENDE DÒLK, 'n zóevende spéér òf 'n flúitende pijl! Duizend dóden zul jíj sterven, ÍEDERE dàg,
want jij WÉÉT àls géén ànder hóe verraderlijk de mèns ìs! Hoe vredig leefden Achav & Yoram vergeleken met jou! Nooit ZÙL je
de edelmoedigheid begrijpen van Achav, die 'n verslagen koning ìn zíjn strijdwagen tròk ÈN verhíef tot zijn bróeder, nooit zul
je Yoram begrijpen, die de godheid liet buigen voor zijn zwaard toen Samaria hòngerde! Pàs àls je dùbbel gezàlfd bent, door
twee opéénvolgende profeten, en tegenover 'n gewonde, òngewapende man staat & WÉÉT dat jouw éigen rug gedèkt is,
dàn schíet jíj jóuw píjl àf! Jíj, Jehu, jíj bènt géén soldaat, jij bent 'n sláger! Maar misschien moet ik jou nòg
geringer achten: je bent 'n vrouwenschènner, niet metterdaad, want ze zouden wel eens scherpe nágels
kunnen hèbben, je WÉÉT maar nooit, maar ìn de geest, want jíj noemde MÍJ 'n HÓER & 'n hèks,
jij bezoedelde mij met góre táál! En dáárom heb ik me opgemaakt, mijn schoonste
pronkgewaad ÁÁNGETRÒKKEN & m'n HÓÓFD versíerd:
om je te herìnneren áán je éigen duistere
begeerte naar mij, waarmee je
me niet wilde liefhebben,
maar waarmee je
me wilde
onteren!