31382gkbvo5170 'Yehu?' vroeg Yoram, 'de zoon van
Q
NIMSJI?'
'DEZELFDE,' ZEI IK.
YÓRÀM SCHUDDE ONGELOVIG ZIJN HOOFD! 'HÓE KWÀM HÍJ ÒP DÍE ÒNZÌNNIGE GEDÀCHTE?'
Ik keek hem machteloos aan! Ìk kòn als MÓEDER míjn zóón níet bekènnen dàt Ìk àls ònbezònnen jonge vrouw YEHOE 't HÓÓFD òp HÒL gebracht hàd?!! Want wèlke zóón zíet zijn MÓEDER gráág àls verléidster? Wèlke jòngemàn kàn ìn 'n óude vróuw de verléidelijkheid van háár JÉUGD herkènnen? Ik wìlde in zíjn ógen níet bespòttelijk zijn! Ik zweeg beschaamd......
'DE GÓDEN ZÙLLEN HÈM NIET TOESTAAN OM Ú KWÁÁD TE DÓEN,' zei Yóràm, 'WANT DE SCHOONHEID VAN EEN VROUW WORDT HÁÁR NIET AANGEREKEND, MAAR IS IN TEGENDEEL EEN TÉKEN VAN DE GÙNST DER GÓDEN!'
Tóen wendde Yoram zich tot zijn adjudant & zei: 'Zènd het korps 'n ruiter tegemoet en laat hem vragen òf ze vreedzame bedoelingen hebben!'
Zó gebeurde het. 'n Rúiter reed Yehu tegemoet & zei: 'De koning laat vragen wàt úw bedóelingen zijn!'
Maar Yehu vond 't blijkbaar niet verstandig om open kaart te spelen, want je wist maar nooit hóe 'n gewònde koning zonder Léger nog gevaarlijk kòn worden, dus hij zei tegen de ruiter: 'Wat kunnen jóu míjn bedóelingen schélen? Sluit je bij ons áán!'
De ruiter zàg 't oorlogszuchtig legerkorps van Yehu dat nog in de roes was van de overwinning en sloot zich bij Yehu aan!
De wachter in de toren berichtte dat de bode aangekomen was, maar dat hij niet terugkwam.
Toen zond Yoram 'n tweede ruiter met dezelfde opdracht, maar dàt hàd hij wat mij betreft niet hoeven dóen: ik wìst dàt Yehu dáár wàs èn Ìk kènde zíjn bedóelingen! Ik koesterde de ijdele hóóp dàt híj àlléén òm míj terugkwam en de Kóningen wel zou spáren?!
De wachter in de toren meldde opnieuw dàt ook déze ruiter áángekomen was, maar níet naar Yizreël terugkeerde! 'Èn,' zo voegde hij 'r aan tóe, 'ZOALS DIE STRIJDWAGENS VOORTJAGEN,
ZÓ JÁÁGT ÀLLÉÉN YEHOE!'
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende