AAN DE RIVIER DE KEBAR IN GOZAN, VÈR BÚITEN ISRAËL ÈN VÈR BÚITEN YEHOEDAH!
IK HOOR HÍER NÍET THUIS, IK BEN HIERNAARTOEGEJAAGD DOOR DE BABYLONIËRS, TERWIJL IK ALS KIND
AL DOOR DE ASSYRIËRS UIT SAMARIA VERDREVEN BEN EN MET MIJN FAMILIE NAAR YEROESJALAYIEM GEVLUCHT BEN?
JAWÈL, ÌK BÈN ÒPGEJAAGD WÌLD,
DUS ALTIJD AL OP DE VLUCHT! Ik woon aan de KEBAR, een irrigatiekanaal
waarmee we water aan de EUFRAAT onttrekken om er onze moestuinen mee te besproeien! Ik ben stòkóud,
ik zàl binnenkort sterven, maar hoelàng zàl de ballingschap nog dúren voor mijn land-genoten?
Ròmmelt het niet aan de grenzen met Babylonië? Komen de Meden & Pèrzen eraan?
En wàt gaan zíj met òns dóen?
Mógen we léven òf móeten we dóód?
Ik ben een nuchtere profeet. Ik heb géén làst van visioenen. Ik ben niet vanplan om een boekrol op te vreten
of om brood te bakken op een laag mensendrollen zoals Gòd de malloot YECHEZKEL schijnt te hebben opgedragen.
Míjn Gòd dóet níet ráár, mijn Gòd is wèl bóós, maar hij is gewóón boos!
De profeet Yechezkel
woont ook aan de KEBAR moet u weten.
Hij valt òns iedere DÀG lastig
met zijn bizarre visioenen en ik word móe van hem.
Maar ik begrijp dat ik bij hèm moet beginnen. Mijn hoofd loopt òm,
maar ik móet duidelijk zijn en niet alles tegelijk willen vertellen.
Ik begin dus bij het begin.
Lúister!