31633GK290b ik hoorde deze woorden nog voordat het

'T
BABYLONISCH LEGER
YEROESJALAYIEM BEREIKT HAD
& IK DACHT: DÌTKEER VERSTOP IK ME NIET!
Àls ik dóód móet, moet ik dood, als ik weggevoerd moet worden,
moet ik wòrden wèggevoerd? Ik voelde dìt níet àls opgeven, maar als méégeven:
Ìk wìlde niet dàt mijn àngst me van mijn laatste restje leven beroofde! Ik hoorde stemmen vanuit den vreemde
die ríepen dàt het vreemde soms wel béter ìs dàn het éigene, dus ballingschap verloor voor mij zo langzamerhand zijn slechte naam? De mens strompelt van de ene ellende naar de andere. Ik had al twee keer een belegering meegemaakt. De dèrde voltròk zich zo snèl dat het leek of de Stàd plotseling vanuit het níets door een reusachtige hànd omsloten werd? Yeroesjalayiem werd uitgeknepen als 'n citroen, alles wat eetbaar was verteerde en alles wat drinkbaar werd droogde òp! Íederéén wìst hóe dìt zou gaan aflopen èn daarom was 't dé vráág waaròm we ons nú nòg lànger zouden willen verzetten? Àlle menselijkheid zóu oplossen in het wrede gìf dat overlevingsdrag heet! We wisten 't & toch lieten we 't ook nu weer opnieuw gebeuren... Natuurlijk wist koning Tsedekyah zich ook nu weer helemaal geen raad meer, want hij had nooit van zijn léven ook maar één enkele raad geweten! Hij was wanhopig & dus stuurde hij 'n groep priesters naar Yirmeyahoe, terwijl hij natuurlijk allang wìst wàt de Proféét zóu gaan zeggen? En wàt zéi dé Proféét? Dìt: 'HET IS NÍET BABYLONIË, MAAR GÒD ZÈLF DIE NU TEGEN DIT YEROESJALAYIEM VÈCHT. HIJ GAAT ÀLLE INWONERS OMBRENGEN, ZOWÈL DE MÈNSEN ÀLS DE DIEREN! Hij zegt tegen de mensen die wèl naar Hèm luisteren wìllen: VERLAAT DE STAD, LÓÓP ÓVER NAAR DE BABYLONIËRS ÈN RÈD DÁÁRMÉÉ ÚW LÉVEN, want ÌK ga deze Stàd in de ÀS LÈGGEN en íederéén die blijft zàl aan de pèst bezwijken!' ZÀL IK HET ZEGGEN OF ZAL IK HET VERZWIJGEN? Ìk háátte die man omdat ik zijn waarheid haatte! Ik dàcht: hoe bestaat 't dat de god die wíj ÒNZE GOD nóemen de kant kiest van de vijand & ons nu níet beschermt? WÀT HÈB JE NÚ AAN ZÓ'N GÒD? Dìt kàn toch eigenlijk niet allemaal ècht wáár zíjn!? Eigenlijk hebben we hier opnieuw te maken met de vraag v/d Schríjver v/h Bóek JOB/YÒV! Ìs àlle òngeluk 'n straf van 'god' òf BESTÁÁT er óók tóevàl? Was Yeroesjalayiem gespaard gebléven
wanneer we wèl màssáál brááf gewòrden wáren
èn òns tot 'n onberispelijke vroomheid
BEKÉÉRD hàdden?
20 mei 2018 - bewerkt op 25 mei 2018 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 79 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende