31650gk291 ik ben niet de enige die zich dergelijk
Q
SOORT VRAGEN STELT?! Wíj die aan de oevers van de EUFRAAT afstand hebben kunnen nemen van onze traditionele manier van denken, wij weten niet meer zo vreselijk zeker wat er nu wáár is of niet? Steeds meer mensen zeggen dat het Gòd er niet om gaat wàt jij GELÓÓFT, maar juist om hoe jij je gedraagt! En de mènsch die 'god' liefheeft discussieert met hem omdat hij niet zomaar alles wat god doet, zonder uitleg, goedkeurt! Àls het wáár ìs dàt 'G d' zijn 'volk' heeft willen af-, be-, straffen, hééft híj dáár dan góed aan gedaan? Of is het beter om te stellen dat Gòd helemaal niets met Ònze ÒNDERGANG te máken hàd? Ballingschap bevordert twijfel, zóvéél ìs wèl zéker! Tóen gebeurde het wonder waar Yirmeyahu VÀST níet op gerekend had. De Stàd ontwaakte & schreeuwde het uit van vreugde, want de soldaten op de muren zágen het gebeuren: DE BABYLONIËRS wáren zich aan het terugtrekken, haastig, alsòf ze zich ergens angst voor maakten, alsof ze ergens bang voor waren?! 'ZÍE JE WEL DAT WE GELIJKHADDEN: GOD ÌS MÈT ÒNS!' Dàt wàs dé kréét die als 'n storm door Jeruzalem woei! Ik begreep onmiddellijk dat deze leus niet alleen vreugde verried, maar ook vijandigheid. ÈN HÁÁT! IK RENDE NAAR BUITEN OMDAT IK BANG WAS VOOR DE VEILIGHEID VAN YIRMEYAHU DE PROFEET! Profeten moeten niet zó ook nu nog almaar weer gedood blijven worden! MAAR WÀT DÉÉD DIE IDIOOT? Hij stond voor de Poort naar de VOORHOF v/d Tèmpel luid-keels te schreeuwen tegen 'n grote groep morrende omstanders! DE AEGYPTENAREN RUKKEN OP VANUIT TSIDON,' riep hij. 'DE BABYLONIËRS TREKKEN ZICH NIET TERUG, ZE KEREN ZICH TEGEN DE TROEPEN VAN DE FARAO EN ZÙLLEN DÍE VERSLAAN. LAAT JE DUS AL MET AL NIKS WIJSMAKEN, DENK NIET DÀT DE BÀBYLÒNIËRS NU VOORGOED WÈG ZIJN, WANT DÀT IS IMMERS ONZIN? ZE ZULLEN NU WEER GEEN TERUGKEREN ÈN YEROESJALAYIEM ALSNOG HELEMAAL IN ÀS LEGGEN!' Híj had z'n laatste woorden nog niet uitgesproken of er doken een paar woedende mannen bovenop hem ÈN begonnen hem vakkundig in elkaar te slaan? IK SPRONG NAAR VOREN EN IK BEGON TE GILLEN! Stèl je die situatie eens voor: ik was tóen al stokoud; een mager skelet waar nauwelijks meer vlees aan zat! Gezìcht dat voornamelijk uit 'n NEUS bestond & 'n paar knokige jukbeenderen: m'n spierwitte haar hing als 'n gerafeld gordijn moedeloos over mijn schouders, m'n rug zocht als 'n wankel bruggetje naar 'n overkant die té vèr wèg was: ik leek zo breekbaar als 'n dode tak, maar misschien wàs dàt 't juist wat aan mijn gekrijs nog enig gezag verschafte; ik leek als geen ànder òp 'n hèks~~~~~~~~~~~~~~~~~
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende