Q&@
BIJ ÒNS
KÈNBAAR ÀLS STATISCH
ÈN ÌN BEWÉGING, VÒRMLÓÓS
ÈN IN ÀLLE VÒRMEN DIE BESTÁÁN!
Oosterse godsdiensten beelden de Gòd uit
die statisch is al als 'n zittende godheid: als dé
grote stenen Boeddha van Oost-Azië, vol kracht in z'n
statische eeuwige & onveranderlijke karakter? Déze statische
beschrijving van de godheid staat in tegenstelling tot de dansende goden,
die op deze wijze heel letterlijk i/d heilige kunsten van India voorgesteld worden!
Ònze mystieke traditie gebruikt weliswaar meer abstracte táál, maar SPRÉÉKT van G d als sefirot,
die àltíjd ìn èn úit elkaar blijven vloeien, als flitsende vònken van lìcht?! Dàt àllemáál kan gekarakteriseerd worden àls
'dansende godheden' of als 'n meer dynamische dan statisch manier òm 'de godheid te zien'!? G d àls dé LÉVENSKRACHT,
de energie doe door 't wereldlichaam stroomt, ìs zéker óók 'n déél van onze traditie. G d ìs zowèl dé bròn àls dé stróóm,
dé VERBORGEN WORTEL ÈN DE EINDELOOS VELE TAKKEN. WE HEBBEN ALTIJD TE BEDENKEN DÀT DÍE TWÉÉ
ÉÉN ZÍJN! blauw]Het onderscheid tussen 'G d' & 'de wereld' blijft niet diepgaand wanneer YaHWeH één ìs mèt ÀLLES
wàt er bestaat? 'Wéreld' is 't universum gezien in z'n naar buiten gekeerde kledij van blad, tak, stam & boom
terwijl 'G d' datzelfde universum is, gezien vanuit 't perspectief van z'n Bìnnenste Kèrn! Met deze essentiële
Vísie in gedachten beginnen we nu weer ons gesprek over de schepping: water & geest, zìcht & gehoor, zin
& onzin, liefde, haat, vèràf èn dìchtbíj, ècht & ònècht, gevoel & verstand, spreken & zwijgen, tussen àlléén
uitersten van licht & donker, warm & koud, zacht & hard, kneedbaar & onbeweeglijk, ziel & uiterlijk.