32083ag57 Wàt kòmt 'ÉÉRST'? Twee Verhalen.........

KÀN ZÓ'N
NIEUWE TÁÁL MÈT
ÀNDERE WÓÓRDEN VERTÈLD WÒRDEN?
Dráger wòrden vàn het dáárìn BESLÓTEN óude Verháál?
Òf KÀN het Oude Verhaal ÒPNÍEUW zó vertèld worden dat het dìt nieuwe verhaal ìn zich draagt?
De werkelijke opdracht zou kunnen zijn om onze twee verhalen te integreren, de één ahw. overgeërfd úit voorbije eeuwen
en de ander ontstaan uit ons eigen spiritueel begrijpen v/d huidige wetenschap?! 'n Ééuw geleden werden deze verklaringen
over het begin v/h leven voorgesteld als tegenover elkaar staand: nu & hier is de tijd voor ons gekomen om 'n eind te maken
aan dit tegenover elkaar stellen, òm DÉZE twéé Verhalen te beschouwen àls versies vàn hetzèlfde verhaal die twee stadia
vertegenwoordigen ìn het groeiend Zèlfverstaan vàn de mensheid! De tijd is gekomen, wanneer wij op vrijdagavond
onze beker heffen òp het Oude Verhaal, en dit wel degelijk doend in het bewustzijn dàt dìt het Nieuwe dat daarin
gebóren is bevàt! En de waarheid van vroeger en die van vandaag ÈN de ÉÉUWIGE waarheid ontmóeten
èlkáár víerend? Èrgens díep vànbìnnen vóelen we intuïtief áán dàt stìlte vóór bewéging kòmt! Misschien
komt dàt als een projectie van onze eigen menselijke ervaring? We stellen ons stìlte voor àls íets dat
vóór het geluid ontstaat: duisternis schijnt òns 'n voorwaarde die VÓÓRÀFGAAT aan LÌCHT ~
Er is geen inherente reden waarom dìt bij de 'schepping' ook 't geval zou móeten zijn? 't KÀN
évengoed òmgekeerd zijn! Op dezelfde wijze zìen we ook dat dé Één bestaat vóór de
Vélen; 'n éénvormig wézen líjkt éénvóudiger dan 'n méérvoudig wezen? De Éne líjkt dus
intuïtief éérder dàn de ontelbare specifieke vormen die er bestaan ~ Die vóórrang
komt meer voort uit 'n soort van primitieve logica òf úit de structuur van ons denken
dan úit íets van tíjd? Op DÉZE wíjze gaat YHWH v/d Éénheid 'bóven', de òn-
gedefinieerde éindeloze, vóóràf aan YHWH v/d 'lagere' eenheid, of G d zoals zij
zich laat zíen in 't klééd van DÉZE wéreld! SOVEEV, G d in statische toe-
stand, is nog van eeuwigheid. MéÓlàm vé-àd ólàm ÁTÁ Éél - "vàn de
Wéreld TÒT de wéreld BÈN JÍJ G d" - àlléén, æltíjd dezèlfde! Mémáléé,
G d ìn bewéging, 'begìnt' èrgens dé DÀNS &
GÁÁT zó nú vóórt òp de Páden die gáán
dóór évólútíe, Òntstáán,
òntwìkkeling &
Geschíedenis.