32162ag63 door onszelf te zien als mensen die

Q&@

PARTNERSCHAP MET
EEN ANDER NODIG HEBBEN
ÒM WÈRKELIJK TÒT VERVÙLLING TE KOMEN
(MANNELIJK ZONDER VROUWELIJK WORDT 'EEN HÀLF LICHAAM' GENOEMD DOOR DE TSOHAR),
VERTEGENWOORDIGEN WIJ IN MENSELIJKE VORM HET ÒP-ZÓEKEN VÀN DE ÉÉUWIG ÉNE. DÌT ÌS NÒG EEN ANDERE MANIER
WAAROP WÍJ 'G DS BEELTENIS' ZIJN, HOEWEL HIER DE GELIJKENIS OOK GEDEELD WORDT MET ANDERE LEVENDE SCHEPSELS.
Om 't op 'n andere manier te zeggen: de getuigenis dat G d Één ìs, vráágt de aanwezigheid van een ànder. Wíe ànders kàn getúigen
vàn díe Éénheid? Maar G d had geen ander, niemand òm zich aan te openbaren, niemand òm te ZÈGGEN: "Dáár bèn jíj!" De goddelijk Éne gáát òp zóek naar een ander om redenen die wij niet volledig begrijpen. De Éne díe bóven èlke déling ìs wordt VERDÉÉLD en gaat dit universum van fragmentatie in, zodat er iemand is die er antwoord op kan geven, die de werkelijkheid ervan kàn bevèstigen, die zowel kan weten dat die werkelijkheid er is àls het líef kàn hebben àls 'de ander'. Zelfopenbaring heeft ontmoeting nodig tussen het
ik èn de ànder. De openbaarder heeft een ander nodig òm zich te openbaren. De uitstroming van goddelijke energie, die wij ervaren
àls G ds liefde voor de wereld, moet buiten zichzelf treden. Líefde hééft de ander NÓDIG. Er moet iemand zijn om te getuigen, om
het ìn te zíen, zelfs om te antwoorden. Verstoppertje spelen werkt niet in je eentje! Maar hoe kan er zo'n ander zijn als het leven
niets anders is dan een eindeloze inkleuring van velerlei manifestaties van de Éne? De G d die alles is heeft geen ander. Hier
moet het goddelijk licht zich verbergen opdat het geopenbaard kan worden. Het trok zichzelf uit het Zíjn terug teneinde
gezien te worden, teneinde ons de mogelijkheid te geven als 'ander' te bestaan, zodat wij het kunnen zien & er
getuigenis van afleggen. Deze paradox van goddelijke zelfterugtrekking is wat de Jóódse wijzen
TSIEMTSOEM noemen. De intensiteit v/h goddelijk licht ìs zó groeit dat 't geen ander bestaan toestaat.
Als dìt licht volkomen onthuld was zou alle betekenis van 'n gescheiden identiteit wèg zijn,
& 'wij' zouden niets ànders zíjn dàn déél v/h eindeloos Éne.
Maar de 'ander' is allereerst 't werkelijke Dóel vàn díe úitstroom van
leven. De onsterfelijke en ééuwige zoekt gekend te worden door z'n tegendeel, de sterfelijke & tijdelijke.
Maar wat voor ruimte om te bestaan is er voor de sterfelijke & tijdelijke als ÀLLES 't úitvloeisel is van goddelijkheid?
Daarom moet 't goddelijke licht achtergehouden worden en ons is de gave geschonken (hoewel illusoir) van een bestaan als afzonderlijke wezens, als individuele stervelingen, die ons met moeiten & vreugden 'n weg door 't vergankelijke leven banen. Om de 'ander' van G d te zijn moeten wij alles zijn wat de eeuwige Éne niet is: vergankelijk, lichamelijk, sterfelijk.
G d is als 't ware in ons op zoek náár 'n tegenvoeter en 'n partner.
20 jul 2018 - bewerkt op 22 jul 2018 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 79 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende