VAN HET
VERBOND EVENGOED VANUIT
'G DS OPTIEK' LEZEN. 't Goddelijk licht
dat gáát úit naar àlle volken, zoals het ook uitgaat
naar iedere individuele zíel. Ìsraël is de verplichting aangegaan
òm zìchzèlf tóe te wijden áán dàt lìcht èn òm dàt ìn de wéreld te brengen,
door zichzelf & haar geschiedenis tot 'n kanaal vàn gòddelijke presentie te maken.
De keuze òm zó te dóen kàn van Israël zijn, maar deze daad van zelftoewijding (dat het joodse volk
'verkiezing' noemt) kan nog altijd gezíen wòrden àls een keuze waarin op geen ènkele wijze YaHWeH àfwézig ìs!
Is 't niet de G d ìn òns díe verkíest om de stem van G d te horen? Is de stem van Israël, die zegt
NA'ASÉH WENÌSJMÁ ("wij zùllen dóen èn hóren"
, niet ook 'n stèm waarin YaHWeH SPRÉÉKT?!
Hèt Verháál in de Torah óver al die gebeurtenissen bij de Sinaï is vermáárd òm z'n ònòrdelijkheid in tijdsvolgorde!?
Zèlfs in de beschrijving die in de hoofdbron gegeven is, in Exodus 19-20, is het moeilijk de volgorde na te gaan.
Wanneer wij de parallelle verhalen in Exodus 24 & DEUT 4-6 erbij betrekken komen we in een totale wàrboel terecht.
Het verhaal van de Sinaï is in de bijbelboekrollen op 'n staccato manier weergegeven, meer als 'n serie van stilstaande fotobeelden
dàn als 'n lópend fìlmverslag. Je hebt de kiekjes in je hand & je probeert hun eigenlijke volgorde uit te vinden.
De oude rabbijnen hielden zich hier al mee bezig toen ze zeiden dat Israëls uitroep "WE ZÙLLEN DÓEN ÈN HÓREN" (EX 24:7)
voorafgaat aan de goddelijke openbaring. Als dat het geval is, erkennen we hoe dan ook dat onze bereidverklaring over Sinaï gehéél
en al subjectief is, een getuigenis van mensen die al een verbond met de gebeurtenis gesloten hàdden vóórdàt het plaatsgreep.
Zóu 'r een Sinaï geweest zijn zònder ons eerder gesloten verbond, dé hàndeling waardóór wíj ònze hàrten ervoor openden?
De rabbijnen vertellen ons dat er èlke DÀG 'n goddelijke stem vànúit Sinaï uitgaat die ons terugroept náár G d!
Misschien was 't alleen diezelfde stem, de god-delijke WÌND (RUACH) & dònder van de Sinaï die plaatsgreep òp díe beroemde
6de v/d maand Siwan? Maar òp díe DÀG STÒNDEN ònze harten ópen; wíj verkláárden ònszèlf bereid!
Dàt wàs dé DÀG waaròp de WÌND èn de dònder
getransformeerd waren ìn openbaring
omdat we dáár wáren
òm te lúisteren.