32343TDAD3014 Naar het Zuidoosten lag Al Nafud ~~~

DE ONVERBIDDELIJKE WOESTIJN, VOORBEHOUDEN AAN BEDOEÏENEN DIE 'T LOT GRAAG TARTTEN. 'n Dag rijden in oostelijke richting voerde naar Al Jawf, 't bastion v/d Thamudstam, lange tijd onze bitterste vijand. 't Enige wat hùn aasgieren ervan weerhield om neer te dalen op Doema was de àngst voor koning Aretas, Nasha's oom, die 'n bondgenoot was van m'n vader & 'n enorm leger had. Hoewel de Thamud als de Kalb stèrk waren, kòn géén van beide stammen zich zonder de steun van Aretas i/d oase handhaven! Maar vaders bond-genootschap met Aretas lag besloten in Nasha's léven?! Op háár beurt is Nasha degene die mij mededogen èn 'n léven garandeerde, en nú zweefde zíj op de drempel v/d dood! [...] 't Wàs zóvèr. Als ik bij Nasha betrapt werd, zou vader woest kunnen worden & beweren dat ik schànde over z'n vrouw bracht door haar kamer te betreden? Toch kòn ik niet lànger wègblijven bij háár. Ik móest nú gáán, nu Rami bij 't àltáár was v/d máángod Wadd om tot 'm te bidden. Ik drukte m'n slapende zoon dicht tegen me aan, ging snel de trappen af, liep op m'n blote voeten zo stil mogelijk naar m'n kamer achterin 't paleis opdat de bedienden me niet opmerken zouden. 't Fort was in stilte gehùld! Ik legde m'n zoon o/d slaapmat, sloot zachtjes de deur, tilde m'n wapperende jurk met één hand òp zodat ik me vrijer bewegen kon & rende door de onderste gàng snèl 'n tràp op door de hal die naar de zuidkant v/h paleis leidde! 'MAVIAH?' Ik hàpte naar adem en toen ik me omdraaide, zag ik Falak, Nasha's góeddoorvoede bediende, die i/d deuropening v/d keuken stond! 'Wáár ga je naartoe?' zei ze neerbuigend, want zelfs de bedienden keken op mij néér! Ik wist me snel te hèrpàkken: 'Heb je m'n vader gezien?' Ze bekeek me erg argwánend: ''t Gaat je niks aan waar díe ìs!' 'Weet je wanneer hij terugkomt?' 'Wat KÀN 't jóu schelen?' Haar ogen bleven al op m'n jurk rusten: 'Waar is je kind?' 'Dat slaapt!' Ik liet m'n jurk lòs & bleef staan, alsof ik niet helemaal wist wat ik nu moest doen. 'Alléén?' vroeg ze drammerig! 'Ik wilde vader vragen of ik voor Nasha bìdden mag,' zei ik. 'En wàt hèlpen jóuw gebéden in dìt geval: belédig hem niet met zó'n verzóek!' 'Ik DÀCHT ènkel -' 'De góden lúisteren niet naar hóeren!' Haar tóón was wrééd, wat éigenlijk níet gebruikelijk is voor háár: ze wàs ènkel bàng voor haar Tóekomst als haar Meesteres niet hèrstèllen zou! 'Zèlfs 'n HÓER màg van Nasha houden,' zei ik voorzìchtig. 'Zèlfs Nashquya màg van 'n hoer hóuden. Ik bèn géén hóer, Falak. Ìk bèn de móeder van vaders kleinzoon!' 'Dàn moet je naar je zoon toe, waar je hoort!' Ik hàd iets terùg kunnen zeggen, maar ik wilde haar achterdocht niet wekken. Ik boog respectvol 't hoofd: 'Als je Nashquya zíet, wil je haar dan zeggen dat zij die van haar hóudt voor haar bìdt?'
12 aug 2018 - bewerkt op 14 aug 2018 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 79 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende