{ONGEACHT ÒF
'T HIER, I/D VERSIE
VAN DE VULGAAT, GÁÁT
ÒM 'N EXACTE VERTÁLING}!?
De theologen hebben ons eeuwenlang voorgehouden
dàt G d òns òp déze manier geopenbaard hééft dàt zijn wézen
{ESSENTIE} zijn bestáán {EXISTENTIE} ìnsluit?! Maar G d heeft nooit verkláárd:
'Mijn wézen slúit mijn bestáán ìn!' Híj (zij/het) heeft alléén 'gezègd': SUM QUI SUM!
(We zouden aldus misschien zèlfs kùnnen ZÈGGEN dat de uitspraak 'IK BEN DIE IK BÈN' zó ongeveer neerkomt op:
'dàt gaat jóu helemaal níets áán' ('ik zal zijn die ik zíjn zàl'
?! Evenzo zegt de psalmist (CIII,24): OMNIA IN SAPIENTIA FECISTI,
'alles heb jij met wijsheid gemaakt', & de theologen zien graag híerìn hèt bewíjs dàt 't verkeerd is òm te geloven dàt ÀLLES van G d komt, SECUNDUM SIMPLICEM VOLUNTATEM, (volgens 'n eenvoudig wilsbesluit), Thomas van Aquino/Summa contra gentiles...? Maar de psalmist spreekt de opvatting dàt àlle dìngen SECUNDUM SIMPLICEM VOLUNTATEM vàn G d afkomstig zijn nergens TÉGEN; hij zegt dus letterlijk: OMNIA IN SAPIENTIA FECISTI? Christenen gelóven dàt G d SUM QUI SUM gezegd heeft èn dàt dìt wáár ìs, wat niet per se ook
zeggen wil dàt G ds wézen mèt z'n bestaan sámenvàlt? 't Geloof kan 't stèllen zònder de theologie! Maar 't geloof kan niet de opheffing
v/d theologie verlàngen. Men kàn 't de MÈNSEN moeilijk verbieden óver de betekenis van hun GELÓÓF ná te denken
als zij daarin zijn geïnteresseerd òf wìllen probéren tegenstanders & critici vàn repliek te dienen. 't Is niet reëel
om te verwachten dat de onder erasmianen populaire aanbeveling 'LATEN
WE GELOVEN I/D HEILIGE SCHRIFT ZOALS DIE
ÌS, ZÒNDER MET ELKAAR TE REDETWISTEN
over de theologische betekenis vàn
één of ànder tekstgedeelte'
zich i/d praktijk
láát tóepassen
......