32910df188b luidkeels schreeuwend bleven ze eisen
Q
BLEVEN ZE
ÉISEN DAT HIJ GEKRUISIGD ZOU WORDEN?
Hun geschreeuw gaf de doorslag: Pilatus besloot hun eis in te willigen ... (Lucky Luke 23:18-24; 23:4-5)!
We hebben gezien dat Lukas spreekt (23:27,35) over het sympathieke 'volk' terwijl Luke eerder (in 23:13) als 't vonnis over Yesjoea uitgesproken wordt, 'het volk' samen met de priesters & leiders noemt, dat wil zeggen met Yesj' vijanden? Díe rìepen allemaal in koor en eisten de dood van YEHOSJOEA ('g d rèdt'! Drie keer (23:22) wendt Pilatus zich (bij Mark & Mat víer keer) tot hen, en drie keer is het antwoord 'AAN 'T KRUIS MET HEM!' 't Geschreeuw wordt bij Luke - & alleen dáár - zó stèrk dàt het òndrááglijk wòrdt! 'MAAR LUIDKEELS BLEVEN ZIJ EISEN DÀT HÍJ GEKRUISIGD ZOU WORDEN! Hun geschreeuw gàf dé dóórslag!' Er is daarom geen reden om aan te nemen dàt Lukas het Verháál over de kruisiging in zijn bròn veranderde vanwége zíjn sympathie voor de joden? In dit verband moeten we nòg iets anders opmerken. We kunnen a/h boek Handelingen v/d apostelen zíen hóe Luke DÀCHT over de schuld v/d joden van Yeroesjalayiem aan de kruisiging van Yesjoe! Dáár (2:22-23) zegt Sjimon Petros tegen de inwoners van Yeroesjalayiem: 'DEZE YEHOSJOEA ... HEBBEN JULLIE DÓÓR DE HÀND VÀN WÈTTELOZE MENSEN AAN HET KRUIS GESLAGEN ÈN ÒMGEBRACHT!' En verderop (3:14-17) zegt SP over de dood van Yesj tot de mannen van Israël: 'YEHOSJOEA, DIE JÙLLIE UITGELEVERD HEBBEN & VOOR PILATUS VERLOOCHEND ÈN VERZÒCHT OM DE VRIJLATING VAN EEN MOORDZUCHTIGE TERRORIST! Dé Léidsman ten Léven hebben JÙLLIE ter dóód laten brengen! WELNU BROEDERS, ÌK WÉÉT DAT JULLIE UIT ONWÉTENDHEID GEHANDELD HEBBEN, NÈT ZOALS JULLIE LEIDERS!' Dit verwijst vooral (Lc. 23:13, 35b; 24:20; Hand. 3:17, 4:5, 8, 13:27 {ARCHONTES/OORLOG 6:303}) ook naar de vooroordelen (Luke 23:13-14) waar we 't al eerder & vaker over gehad hebben! In elk geval: als Lukas zó DÈNKT over de schuld v/d joden, is 't moeilijk om aan te nemen dat de beschrijving v/d sympathie v/d joodse menigte bij deze kruisigingen (23:26-27) 'n idee van hem is? Zó VÒND hij 't in zijn bròn, omdat de delen v/h verhaal, i/d hierboven geciteerde 'handelingen' der Apostelen laten zien dat Luke zó zelf geen bezwaar kan hebben gehad tegen de vijandige, spottende menigte die Mark beschrijft; Luke's bron bij de beschrijving v/d kruisiging is dus niet Markos. Kortom, we geven vòrm, vooraf, tijdens, nadien & zó voorts etceterara: de taal, 'n cultuur, je geweten, ons inzicht & onze veronderstellingen..
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende