33144jmag151 op zoek dus naar onze myDilichtvonken
Evenals onze voorouders zijn ook wij op zoek naar vònken LÌCHT! Ook wij vinden deze verstrooid door de hele wereld? Misschien zelfs wel op plaatsen waar de oude kabbalisten er niet naar hadden dùrven zóeken. Ook wij worden door ons zoeken geleid door de Thorah, hoewel voor ons deze leidraad meer de collectieve oude wijsheid over G d is zoals dat zichtbaar geworden is in ons volk, dàn in 'n eens & voor altijd gegeven handboek of reisroutekaart. Wij zoeken naar de vònken middels 'n tweestappenproces waarin de eerste handeling van TSIEMTSOEM steeds wéér herhaald wordt. We beginnen door ons allereerst naar binnen te keren, op zoek naar een zicht zowel op onszelf als op de wereld rondom ons. We trainen ons innerlijk óóg òm dé Éne te zíen die ònder de Vélen lìgt, om àlle léven te zíen als de kledij van YaHWeH, dé énige ÌK. Mèt díe hernieuwde concentratie van energie die voortkomt uit die meditatieve Kéér naar bìnnen sturen we onszelf de buitenwereld in òm dáár dé verlòssende dáád, die onze innerlijke kawwanah verbindt met de werkelijkheid, te verrichten!!
Gedurende deze zoektocht hebben wij van de vroege chassidische meesters, de erfgenamen van het Verhaal van de vaten & de vonken, 'n inzicht gekregen dat hen uit 'n eerdere periode bereikt had. Zíj léérden dat níemand ÀLLE vonken KÀN verhèffen. Íeder van ons heeft een eigen zielsworteling, een onderscheiden spiritueel GELÁÁT, dàt door níemand ànders gedééld wòrdt? Ieder mensch KÀN alleen díe vonken verlossen die bij háár òf zíjn éigen zíel passen. Ieder van ons is als 'n min of meer fijn ingestelde ontvanger, zich bewust v/d energiestroom die alleen op bepaalde frequenties te ontvangen is! Dàt zíjn dé énige vònken die wíj kùnnen rèdden. Sommigen van ons kunnen onbewust dóór 't léven gaan & bijna niets bijdragen om vàn díe lìchten die bij ons behoren te verhèffen. Anderen, misschien iet-wat groter & méér VERLÌCHTE geesten, kunnen ons op weg helpen. De bròn van LÌCHT KÀN zó díep ìn ons verborgen zijn dat wíj 't niet kùnnen zíen, totdat we zèlfs 't geloof verliezen dàt 'HÈT bestáát'? Dàn schijnt 'n ànder, wiens licht misschien meer zichtbaar voor ons is dan 't ònze, op zó'n manier voor zich uit dat ons éigen licht uit z'n schuilplaats geroepen wordt: die ander kan 'n geliefde, vriend of ook leraar zijn. De communicatie kan de vorm van 'n berg, bron, of bliksemschicht aannemen. Dóór ópen te zijn voor 'n ànder ontmóeten zó onze twee lichten elkaar & werpen 'n níeuw licht voor zich úit. Dit licht is ongetwijfeld helderder & wijder zichtbaar dan de som van twee zwakke lichten zoals die vóór dé ontmoeting bestonden. Op die manier groeit 't licht. 't Scheppen van menselijke communicatie is 't red-den v/d vonken v/h heilige licht: de vònken worden verheven & vormen één groot licht. De vorm van de SJECHINA is opgebouwd & tot heelheid hersteld, de laatste letter HEE is verbonden aan G ds naam & 't gebroken woord wordt opnieuw YHWH/Yahweh. Het LÌCHT òp & lùcht op.
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende