33155tbb27 Typisch hoe je onder de invloed komt...

VAN ALLES WAARMEE JE OPGROEIT?
IN DE 9DE EEUW V.C. WERD ZUID-BABYLONIË IN DE ASSYRISCHE KONINGSINSCRIPTIES HET LAND VAN DE CHALDEEËN GENOEMD! In
de bronnen worden ze in verschillende stammen onderverdeeld zoals de Bit Yakini, Bit Amukani & Bit Yakuri, maar waarschijnlijk had 'n groot deel van hen het nomadisch bestaan alreeds opgegeven en hadden ze zich ook in de steden van Zuid-Babylonië gevestigd. Hoewel ze waarschijnlijk theoretisch onder 't gezag van de Babylonische koning vielen, genoten ze de facto 'n grote graad van onafhankelijkheid en in de eerste helft van de 8ste eeuw BC lukte het Chaldese vorsten zelfs om de Babylonische koning van de troon te stoten en zelfs de koningskroon op te zetten! De etnolinguïstische afkomt van de Chaldeeën is omstreden. We hebben geen enkel spoor van de Chaldeeën vóórdàt zij zich in de 9de eeuw BC in Babylonië gevestigd hebben. De weinige Chaldese namen die in het bronnenmateriaal beschikbaar zijn, wijzen in de richting van 'n West-Sjemitische oorsprong! Mogelijk was er 'n relatie met de Arameeërs, maar in elk geval werden de beide bevolkingsgroepen door de Assyriërs & Babyloniërs altijd als twee te onderscheiden entiteiten beschreven. In de klassieke traditie werd 't woord 'Chaldeeër' gebruikt om de Babylonische priesters aan te duiden. Aangezien de Babylonische priesters bij Grieken en Ro-meinen vooral bekend waren wegens hun astronomische & astrologische kennis is 't wóórd uitgegroeid tot een technische term voor een Babylonisch astronoom/astroloog (zoals de 'Wijzen uit 't Oosten'. Op basis van de gewoonte in de Bijbel om 'Chaldees' te gebruiken als synoniem voor 'Babylonisch' te gebruiken, werd 'Neo-Babylonische dynastie vaak als Chaldese dynastie' beschouwd. In de spijkerschrift- bronnen zijn er geen duidelijke aanwijzingen voor 'n Chaldese afkomst v/d Neo-Babylonische koningen. Uit de 12de eeuw BC is 'n aantal spijkerschriftteksten bewaard die de nieuwe status van Babylon verheerlijken. In de eerste plaats is er de lijst tin.tir=BABEL die heilige namen en epitheta in vijf tabletten, samen met haar tempels & andere religieuze plaatsen (schrijnen en standplaatsen) verklaart. Daar-naast worden i/h laatste tablet ook nog een aantal andere topografische kenmerken van Babylon genoteerd: de namen v/d stadspoorten & stadswallen, rivieren, kanalen & straten. Vooral door die toevoegingen was de tekst vroeger dan ook bekend als 'topografie van Baby-
lon'. Voor de jonge Chai Mòr Asih Murw 'onder invloed' van zeven millennia vloeiden het oude Rome, Yeroesjalayiem, Athene,
Babylon, Nineveh, Srinagar, Old Delhi, Varanasi & Kerala zó simpel & makkelijk in elkaar over
net als 'n Nieuw Amsterdam, gebombardeerd Tokyo, oud UR, Rabbat Ammon,
Groot Calcutta, ver Nepal, fanatiek Birma, Ceylon & Peking: reeksen
tijden, allerlei plaatsen, ontelbare namen,
vele invloeden, oude tradities,
nieuwe migraties en
onze eeuwige
frustraties.