33832Y21MéérDanVijfDecenniaOproepTotNL-Nuchterheid
Sjaoel Paulos is niet 'n man van zachte contouren en fijne schakeringen; hij ziet en tekent de dingen scherp en raak, bedient zich nu eenmaal graag van het contrast van bijna twee millennia geleden?! Hóe zou híj ook ànders, hij, die op weg naar Damascus ahw. door 'n "Licht uit de Hemel" overvallen werd, is sedertdien 'n getékende; licht en schaduw hebben zich ìn hèm ìntèns verscherpt!? Eerst verblind door de haat, ter genezing met blindheid geslagen (zoals ook 'n brand geblust kan worden door tegenbrand), heeft hij ten slotte die ozo wonderlijk begenadigde blik gekregen, waarmee hij de dingen kristalhèlder zíet; ongenuanceerd vaak, maar tòch steeds in de juiste proportie? En zó is SPII 'n leermeester bij uitnemendheid, want naast de gave v/h zíen heeft ook híj 't vermogen om te tónen; al wie híj áánspréékt blijft níet lànger in 't òngewìsse! Ook in 1 Thess. gebruikt SPII 't contrast: de dàg tégenóver NÀCHT, wáken tegenover slapen, lìcht tegenover duisternis en nuchterheid tegenover dronkenschap. Waar 't nú om GÁÁT is de prikkel tot waakzaamheid en vooral de oproep tot nùchterheid, die hij hier immers tweemaal doet horen? En daarbij tekent hij slaap & dronkenschap in een donkere achtergrond om des te scherper naar voren te doen springen, waar 't om begònnen ìs! Maar niet zómaar, niet zònderméér maant SP tot waakzaamheid & nuchterheid, als waren dàt op zichzelf reeds 'christelijke deugden', wáárd om beoefend te worden? NÉÉ, de paraatheid waartoe de gemeente òpgewekt wòrdt is waarlijk géén donquichotterie, & zéker géén krampachtige gevechtshouding tot èlke prijs, fèl tegen àlle mogelijke & onmogelijke bedreigingen; 't geldt híer wèl 'n zeer doelgerichte paraatheid, want 'de dàg des Heren kòmt'! En daarom is waakzaamheid geboden & nuchterheid vereist, omdàt de 'dag des Heren' zijn licht reeds vooruitwerpt?! En zij die onder de prediking v/h Euangelie léven, 'de gemeente' dus, worden aangesproken àls 'kinderen v/h licht', 'kinderen v/d dàg'! Dat klinkt als 'n nog ietwat ongehoorde pretentie; hóe KÀN SPII dàt nú zómaar collectief bewéren v/d christenen in Thessalonika: 'gij zíjn àllen kinderen des lìchts'? Hóe KÀN hij, mèt zíjn unieke ervaring, zó gemeenzaam zijn & zeggen: wij, die de dag toebehoren? En wie durft hier nu nog 't puik van NL-katholicisme & Neêrlands-protestantisme, zwaar zittende van strakke, ernstige lieden in stemmige zondagse kledij, al wèl zó aan te spreken àls kinderen v/h LÌCHT? Wíj, die de dag toebehoren; wíe KÀN dàt zònder 'n zwéém van spot of schamperheid nu nog názeggen, die de gemeente & zichzelf 'n weinig van binnen hééft léren kènnen? Wat zo'n 20 jaar na dé kruisiging gold is nú nòg actueel.
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende