35327hk142 Tradities, instituties, hiërarchieën...
GERELATIVEERD!
Maar wordt daarmee ook niet de aanstoot zìchtbaar: datgene wat èlke vrome jood àfschrikt?
Een gewèldige relativering: híer verontàchtzaamt wéér íemand dé Héilige Instellingen & Tradities
van hèt Vòlk!? Èn ìs dáárméé niet óók al de oorzaak onder de aandacht gekomen van de ònverzóenlijke
àrgwaan & háát, met name v/d priesters & theologen? Híer wrìkt iemand, terwijl hij de ordening v/d Wèt
& de Cùltùs relativeert, aan de fundamenten v/d Hiërarchie, dé Héilige Héérschappij ~ mèt zwáárwégende
consequenties! 1. YÈSJ relativeert de Wèt, dwz. de héle godsdienstige, politieke, economische ordening,
't maatschappelijk stèlsel àls gehéél, & zègt: ook de wet is níet hèt begìn èn hèt éinde vàn àlle wégen van g d!
Óók de Wèt ìs géén Dóel op zichzèlf: ìs níet dé láátste instantie?! * Dùs: 't is àfgelópen met de Wètsvroomheid
Oude Stijl!? Het bezìt èn 't correct vervùllen v/d Wèt bíedt géén wáárborg voor 'het héil'?! Úitéindelijk ìs de wet
níet nòrmérend voor het heil! Déze zèlfverzekerde wetsgodsdienst wòrdt òpgehéven, ook al wordt niet ontkend
dàt de wet 'n goede gáve ìs 'van g d'? Daartegenover komt 'n op zichzelf vanzelfsprekende, maar tegenover de
traditionele opvatting tòch revolutionaire wetsopvatting te staan: geboden zíjn er òmwìlle van de mèns & niet de
mens omwille v/d geboden. * Dàt betékent dat de dienst áán de mèns prioriteit heeft bóven de uitvoering vàn
de wet. Nòrmen & instituties worden níet àfgeschàft of òpgehéven; maar aan alle normen & instituties, aan al
die wetten & geboden, instellingen & statuten, regels & verordeningen, dogma's & decreten, codices & paragrafen
wòrdt dé vráág gesteld òf ze er voor de mènschen zíjn òf níet! De mens ìs dé nòrm voor de wet. Kan van daaruit
dan niet kritisch worden onderscheiden wàt júist ìs & wat níet juist is, wat wezenlijk is, wat onbelangrijk is & wat
constructief is & wat destructief, wat 'n goed òf 'n slècht voorschrift is? 't Gáát g d níet òm de Wèt, maar om de
Mènsch: dàt is de zaak van g d! ZÓ néémt de mens de plaats ìn van de verabsoluterende wetsordenin:
MÈNSELIJKHEID in plaats van legalisme, institutionalisme, juridisme, dogmatisme!
Weliswaar vervangt de wìl v/d mens de wil van g d niet,
maar G d's Wìl wòrdt wèl geconcretiseerd
vanúit de concrete situatie
v/d mens & de
medemens!
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende