'T
IS NATUURLIJK
'N ZIEKMAKEND SYSTEEM
WAARMEE IEDEREEN NU AL
MYDIDAG IN MYDIDAG UIT GECONFRONTEERD BLIJFT WORDEN?
WAT BEGON MET EEN OUDE OERKNAL ZAL ER OOK WEL WEER MEE EINDIGEN VROEGER OP LATER
SPRAK DE POES TEGEN DE KATER!!! NOG EVEN KIJKEN WAT HKÜNGFOETSIE ERVAN ZEGT? OOK JE VIJANDEN LIEFHEBBEN!
Gaat dìt niet té vèr? Als mijn naaste íederéén is, die mij
hier en nu nodig heeft, waar houd ik dan op?
Vlg. Yesj moet je níet òphouden.
Na onze eerste twee antwoorden
op de vraag wàt liefde ìs, moeten we nu met 'n derde antwoord ook een laatste toespitsing aandurven:
vlg. Yesjoea is liefde niet alleen liefde tot de naaste, maar óók LIEFDE TOT DE VIJAND! Niet de liefde tot de mens,
niet de liefde tot de nááste, maar de liefde tot de víjand is 't die Yehosjoeah KÈNMERKT!
Alleen bij Yesjoe vindt men DÉZE programmatische aanscherping voor liefde tot de vijand!
Reeds Kung Foetsie spréékt, hoewel niet over naastenliefde,
dan toch wel over mensenliefde?
Híj bedoelt daarmee
eerbetuiging, ruimhartigheid, op-rechtheid: vlijt & goedheid!
Ook in de Hebreeuwse bijbel ìs, zoals opgemerkt, zo nu en dan sprake van liefde tot de naaste?
Zoals in de meeste grote godsdiensten kende óók het jodendom (door MILLENNIALANGE omzwervingen!),
vermoedelijk mede onder invloed van 't Grieks-Romeins heidendom, 'n zogenaamde 'gulden régel':
in 'n negatieve en, in de joodse diaspora, ook positieve vorm: behandel jouw medemens
zoàls jijzèlf behandeld
wilt worden.
De
grote rabbi
Hillel (rond 20 BC)
heeft deze gulden regel in z'n negatieve formulering
al de sámenvatting v/d geschréven Wèt genoemd. Maar deze regel kon ook worden uitgelegd
als 'n verstandige & zelfzuchtige norm: de nááste kon óók
opgevat worden als Vòlks- & Partijgenoot
& die naastenliefde als 'n gebòd tussen
vele andere godsdienstige,
zedelijke & rituele
geboden?
Reeds
KONGFOETSEH kènde
de gulden regel in negatieve vorm,
maar wees de liefde tot de vijand uitdrukkelijk als òn-terecht àf:
goedheid moet men met goedheid vergelden, maar ònrecht níet met goedheid, maar met rechtvaardigheid.
In het jodendom was de háát jegens de víjand min of meer geoorloofd;
de persoonlijke vijand viel búiten de plicht tot liefhebben!
Bij de zgn. vrome "mon-niken" van Qumran e.d. was
de háát jegens buitenstaanders,
de zonen van de duisternis,
zelfs nadrukkelijk
gebóden?
Na
twee millennia
zitten we nogsteeds
opgescheept met vele corrupte banksystemen,
tàlloze huurmoordenaars & allerlei zotte überflapdrollen bij de vleet!
Wat te doen met al die satanische duivelaanbidders à la mammon/moloch Poetin, Trump,
Dutertes, Wilders, Baudets & ga zo maar door??!
Ouderworden is vooral 'n kwestie van
leren onderscheiden?
En
wíe KÀN
nog stàndbieden aan
permanente ster-reclame-advertenties vol
met kopekopekope&weggooie!?
Afgoden,
bijgelovigen, criminelen,
dikkoppige economisme-ellendelingen
in financiële galaclowns-pakken aan permanente akelige banketten,
consumenteneenheden & dolle doorgedraaide
'gouden handdrukziektes op
de ebolatour'
...?!?
Ik
overdrijf wellicht
vaak 'n beetje, maar ook dàt
dient 'n goed dóel: nationale paljassen
& breed-bekcabaretiers doen haast niets ànders!
En wie kent ze nog als vanouds met vooroorlogse Baarnse smartlappen, naoorlogse maandverbanden in PB-kannen
& Bols/AH-kruiken in 't Carré, Hollandse Schouwburgen, Waterloopleinen, Maritieme
Damrakkertjes, Prinsengrachtconcerten, Gayparades
& Patatbrom-
nozems?