WANT WIE DEZE ZOGENAAMDE OPSTANDINGS- OF PAASVERHALEN, IN PLAATS VAN ZE PSYCHOLOGISCH TE VERKLAREN, VANUIT EEN EENVOUDIG GELOOF LETTERLIJK ZOU WILLEN AANVAARDEN, ZAL, ALS JE NADENKT EN JE GEZONDE VERSTAND BLIJFT GEBRUIKEN, OP MOEILIJK TE NEMEN HINDERNISSEN STUITEN! Dàt probleem is nog eens vergroot door de historisch-kritische exegese,
toen Gotthold Ephraim LESSING, de scherpzinnigste polemicus van de klassieke Duitse literatuur, 'n paar honderd jaar geleden de
Fragmenten van een onbekende (v/d verlichte denker H.S. REIMARUS uit Hamburg, gestorven in 176
uitgaf, waaronder de essays
'OVER DE DOELSTELLINGEN VAN JEZUS EN ZIJN LEERLINGEN' & 'OVER DE OPSTANDINGSVERHALEN', die veel consternatie veroorzaak-ten? Wil men als mens v/d 21ste eeuw niet halfslachtig & met 'n kwaad geweten, maar redelijk verantwoord & overtuigd in ZÓÍETS als de opstanding geloven, dan móet je de moeilijkheden scherp & zonder vooroordelen (vanuit geloof of ongeloof) onder ogen zien! Júist dàn krijg je óók óóg voor de
keerzijde? 't Zijn overkomelijke moeilijkheden. De
eerste moeilijkheid: wat voor de euangelies als gehéél geldt, geldt heel speciaal voor de PAASVERHALEN! Het zijn nu eenmaal
geen ònpartijdige berichten van niet-betrokken toeschouwers, maar 'gelovige getuigenissen' van belanghebbende & geëngageerde '(bij)gelovige' toeschouwers die 'vóór YEHOSJOEAH' gekózen hebben! Het zíjn dùs éérder theologische dan historische documenten: geen protocollen of kronieken, maar 'geloofsgetuigenis-sen'! 't Páásgeloof, dat die Yesj-overlevering v/h begin af aan méde heeft mogelijk gemaakt & gestempeld, bepaalt ook dit paasnieuws & de berichten erover zèlf, wat 'n historische verificatie buitengewoon bemoeilijkt? We zullen dus moeten zoeken naar de 'paasboodschap'
ÌN de 'paasverhalen'! De
keerzijde van dit probleem ìs, dàt júist dáárdóór de centrale betekenis v/h Páásgeloof vóór die oer-christenheid dúidelijker wòrdt? Voor die 'oerchristenen' geldt nl. dàt 't christelijk geloof stáát òf vàlt mèt 't getúigenis van ¥'s opwekking want zònder dàt zou zó'n soort prediking geen inhoud meer hebben & zou óók 't geloof zonder (ver)nieuwe(nde) ìnhoud zíjn, zoals ook al de apostel SP tóegeeft? Waarmee blijkt dàt Pasen - òf òns dat nu wel of niet GÓED úikomt - níet àlléén dé kíemcel, maar óók de blij-vende constitutieve kèrn te zíjn vàn 'n christelijke geloofsbelijdenis. Reeds de àlleróudste christologische gelóófsformules i/d brieven v/d apostel SJAOELPAULOS zíjn, voor zover ze meer zijn dàn alleen maar 'n títel, geconcentreerd òp de dóód & opwekking van Yehosjoea...
Voorzover Mòr 't snapt zijn we 'voortzettingen' van de (groot)ouders & op onze beurt 'eeuwig levend' in onze kinderen & kleinkinderen:
wat je eventueel ook zou kunnen vergelijken met 'leermeesters' & 'leerlingen'?! Aan elk ander verwant tot in de innigste lichamelijke en geestelijke 'details' plùs 'iets creatief NÍEUWS'? Van samenleving TÒT samenleving: symbolisch & praktisch kunnen we dáár zó nú meer dan genoeg kanten uit!? Uiteindelijk bestaat ons leven vooral ook méde úit woorden, talen, ontdekkingen & diverse gevolgtrekkingen...?