GOD ZELF (Grieks
HO THEÓS = de énig wáre G(o)d) is in 't NOT slechts God de Váder!
Pas ná Yesjoe's dood, toen men op grond van zekere paaservaringen, visioenen & audities tot 't geloof
kwam dàt híj níet ìn lijden en dood ten onder was gegaan, maar in G d's eeuwige leven òpgenomen wàs,
dóór G d tòt G d 'verhoogd' wàs,
begon de geloofsgemeenschap de benaming 'Zoon' of 'Zoon van G d'
te gebrúiken voor Yesjoea! Men herinnerde zich úit wèlk 'n ìnnige godsèrváring & intieme relatie mèt
G d deze Nazarener geleefd, gepredikt èn gehàndeld hàd: hóe híj G d verkondigd had als Váder van àlle
mènschen ('onze Vader'
èn hèm zèlf óók Vader genóemd had (
'abba', pappa/lieve vader)! Er was
voor joden die hèm návòlgden dus 'n inhoudelijke réden & 'n innerlijke logica dat hij, die God Vader had
genoemd, dóór zíjn gelovige aanhangers uitdrukkelijk dé Zóón werd genoemd! Men begon de messiaans
begrepen liederen uit het bijbelboek Psalmen te zingen ter ere v/d úit de dood opgewekte, vooral ook de
troonsbestijgingspsalmen?! Die verhóging tòt G d kòn men zich destijds als jood nog het best voorstellen
naar analogie v/d tróónsbestíjging (zàlving) van 'n koning van Israël!? Zoals déze - waarschijnlijk naar 't
vóórbééld vàn 'n oud-oosterse koningsideologie -
op 't moment vàn zíjn troonsbestijging tot 'zoon van
G d' werd áángesteld, zó nú óók dé gekruisigde dóór zíjn òpwèkking èn verhóging. Vooral psalm 110,
waarin koning Dawiedewiedewied zíjn toekomstige 'zoon' bezìngt, die tegelijk zijn 'heer' zal zijn, werd er
daarom dus ook steeds wéér gezòngen & geciteerd: 'De HEER spreekt tot mijn heer: "NÉÉM PLAATS AAN
MIJN RECHTERHAND!"' (vers 1). Want dìt vers beantwoordt de brandende vraag v/d joodse aanhangers
van Yèsj: wáár ìs de opgestane nú? Men kon antwoorden: bij de Váder, 'aan de rechterhand van de Váder':
'aan de rechterhand van de Vader': niet in één wezensgemeenschap mèt hèm, maar wèl in een 'troons-
gemeenschap' met de Vader, zódàt het rijk van G d èn 't Messiaans Ríjk vrijwel identiek worden: 'Dé áán-
stèlling vàn dé gekruisigde mesjiach Yehosjoeah àls de "Zóón" bíj de Vader "dóór òpwèkking úit de doden"
behoort tot de oudste boodschap die àlle verkondigers gemeenschappelijk hebben, wáárméé de "Messias-
Bóden" hùn éigen Vòlk òpriepen tot bekering, omkeer ÈN
tòt GELÓÓF ìn de gekruisigde & door G d opgewekte
& aan zijn rechterhand verhóógde
"G d van Israël". Dé
Rijke symboliek vol
ontdekkingen &
daadkracht!!!
Begrijpelijker
gemáákt...