Q
- WORDT DE MESSIAS-KONING ZELFS AL UITDRUKKELIJK ALS 'ZOON' AANGESPROKEN: "JIJ BENT MIJN ZOON, IK HEB JE NÚ VANDÁÁG VERWÈKT!" LÈT wèl: 'verwèkking' is híer 'n synoniem vóór intronisatie, verhóging. Van 'n lichamelijk-seksuele verwekking zo-
als bij de AeGYPTische god-koning of ook van 'n metafysische verwekking in de zin van de latere hellenistisch-ontologische triniteitsleer is, zowel in de Hebreeuwsche Bijbel als in het NOT, geen enkel spoor te bekennen?! Dááròm kàn er in één van de oudste (waarschijnlijk zelfs vóórpaulinische) geloofsbelijdenissen ter inleiding v/d brief a/d Romeinen gezegd worden: Yesj haMasjiach (haNotsri) WÈRD 'als Zóón van Gòd aangewezen & dóór de Héilige Geest bekleed met màcht toen híj òpstond úit de dood'! Daarom wordt 't troonbestijgings- lied van psalm 2 ook aangehaald in 't BIJBELBOEK HANDELINGEN & òp Yesjoea betrokken: 'Hij (G d) sprak tot mij (vlg. deze psalm de koning, de gezàlfde, vlg. 't boek Handelingen Yesjoe): "JIJ BENT MIJN ZOON, IK HEB JE VANDAAG VERWEKT!"' Hóe dàt kàn? Omdat i/h NOT nog goed jóóds GEDÀCHT wordt: 'verwekt' als koning, 'verwekt' als gezalfde (= messias, CHRISTOS) betekent hetzelfde als het zó nu aangesteld zijn als plaatsvervanger en zoon van G d! En met 'vandaag' (i/d troonsbestijgingspsalm de dag v/d intronisatie) bedoelt de auteur van Handelingen níet Kèrst, maar Pásen! Dus niet 't feest v/d nederdaling, v/d mènswording, v/d incarnatie, maar van de dag v/d opwekking, van de verhoging van Yesjoea tot G d ~ Pasen, 't belangrijkste feest v/h christendom. Wàt wòrdt er dùs ècht jóóds en daarmee ook nieuwtestamentisch bedóeld met het 'Zoon van God'-zijn? Wat de hellenistische concilies ook in deze kwestie mogen hebben geformuleerd met behulp van hellenistische begrippen: i/h NT wordt niet de afkomst, maar de aanstelling als rechter & koning in Hebreeuwse & Oudtestamentische zìn bedoeld. Niet 't fysiek zoonsschap van god, zoals in hellenistische mythen en door joden en moslims tot op heden vaak aangenomen en terecht verworpen wordt, maar de uitverkiezing & bevolmachtiging van Yesj door Gòd, geheel in lijn met de Hebreeuwse Bijbel, waar ook 't volk ISRAËL wel 'zoon van G d' genoemd wordt. Tegen 'n dergelijk begrip v/h zoonsschap kan moeilijk bezwaargemaakt worden vanuit 't joods geloof in één God: anders zou de joodse oergemeente het ook niet beweerd hebben. Als 't zoonsschap van Gòd vandaag de dág in z'n oorspronkelijke betekenis verstaan zou worden, dan zou er, zo lijkt het, vanuit 't joods & islamitisch monotheïsme nauwelijks bezwaar hoeven te worden gemaakt. Voor joden, moslims, maar ook voor christenen is de uitdrukking 'mensgeworden God' misleidend. Bijbels correct zou je met SP moeten spreken over de 'zending van G ds Zoon' of met YOCH over de 'menswording' v/h 'Wóórd van G d'! YÈSJ ìs ìn menselijke gestàlte Gods 'Woord', G ds 'wil', G ds 'bééld', G ds 'Zoon'. Onder déze voorstellingen is 't spreken over Váder, Zóón & GÉÉST misschien ook voor joden & moslims ietwat beter te begrijpen? Terugkijkend op 75 jaar, 2 millennia, 4000 jaar & méér vallen 'alle stukjes' op 'hun plaats': één áárde, één aardbol met oceanen, elementen, klimaten, zeeën, vissen, planten, dieren, mènschen & 'alles wat daaruit voortkomt' ten goede & ten kwade ~ onlosmakelijk met elkaar verbonden in èlke ademhaling & uitademing, iedere beweging, alle geluiden, innerlijke 'contacten'!!!