36463SlafariKanDeVlaginaNietVinden:SlurfjeIsBezet?
Q&@
BANKEN BEDRIEGERS BELASTINGEN BOEVEN? VIER HANDEN OP DEZELFDE BAZIGE OPGEBLAZEN BOLLE BUIKEN! Het had & heeft hoogstwaarschijnlijk "Onze Willumpies als Trek~Schippurs onder God" betrekkelijk weinig moeite gekost, want hun aard was dus volstrekt niet ònòpgewekt? In een brief, kort na de moordaanslag door Jean Jaureguy in Maart 1582, aan Jan van Nassau door landgraaf Willem van Hessen afgestuurd, wordt - als uit Antwerpen, de stad waar de gewonde lag, vernomen - 't volgende meegedeeld omtrent 't geen diens bekende terugval veroorzaakt zou hebben nadat hij eerst al zó MÓÓI op wèg was om béter te worden! Terwijl de zieke daar ligt en één van z'n dochters hem gezelschap houdt, komt de hertog van Anjou de kamer binnen, die na de vader begroet te hebben ook 'n paar woorden tot het - klaarblijkelijk nog jonge meisje richt èn dit 'n welkomstkus geeft?! 't Blijkt hier echter allerminst van gediend!!
In Frankrijk mag dit dan goede zede zijn, in Dietschland is ut dat níet, zegt 't jonge wicht {& gelijk hàd ze}; klaarblijkelijk zó parmantig, dat de Prins in 'n gulle lach schiet èn... de nog maar nauwelijks gesloten ader opnieuw openspringt!? De juistheid van dit Verhaal zou ik
[schrijft Aart Arnout v. S.] niet graag verdedigen! 't Lijkt mij [AVS] vrij apocrief? Maar dàt dìt ten opzichte van de Prins in omloop KÒN komen is, dunkt mij {"als nationaal zwart fronter"}, ter kenschetsing van zijn aard als mònter ÈN goedlàchsch, toch zeker niet zonder 'n betékenis! Ìs het DÉZE hóuding van te verbergen wàt er ìn hèm òmging misschien geweest, die de Prins die reputatie van zekere non-chalance bezorgde, die hij bij 'n enkele schrijver blijkt te hebben? Inderdaad maakt hij i/d eerste periode van zijn volwassen mannelijke leeftijd zo nu en dan de indruk zich van de dingen niet véél aan te trekken ÈN om zijn Góede Náám niet veel te géven. Denken we hier aan hetgeen hij in 1558 te Frankfort a/d Main tegenover de keurvorst van Saksen & de hertog van Wurtemberg verklaard heeft: dat het HUWELIJK SLECHTS BESTAANSRECHT HAD OPDAT ER GEEN TWIJFEL ZOU KUNNEN RIJZEN INZAKE DE VRAAG WIE IEMANDS WETTIGE ERFGENAMEN ZIJN, MAAR DAT OVERIGENS IN 'N CONCUBINAAT GEEN ZONDE STAK!? Èn aan die andere uitspraak, waarmee hij in '61 de keurvorstin van Saksen zó díep gegriefd heeft, toen hij deze, op haar verzoek om in zijn straks te sluiten tweede huwelijk zijn jonge vrouw, overeenkomstig de opvoeding, die deze gekregen had, toch in Godsvrucht vóór te gaan, ten antwoord gaf: met zùlke melancho-lische dingen zal ik mij niet ophouden; LÍEVER dan de Bijbel geef ik haar de Amadis de Gaules & andere dergelijke boeken, die de ge-heimen der liefde bespreken, in handen! Maar waren die lichtzinnige opmerkingen werkelijk wel méér dàn "RENOMMISTISCHE PRAHLEREIEN", zoals Rachfahl ze noemt; voor zover de eerste betreft dan (naar hij veronderstelt) bovendien nog slechts "IN DER WEINLAUNE" geuit? AVS wil er graag rekenschap van geven, waarom hem voor deze opvatting ervan inderdaad wel wat te zeggen schijnt .............
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende