36604BleefOver: LEA, DieInHaarÉéntje HetBos In Was

GEVLUCHT! Maar zij begon te twijfelen aan de juistheid van haar actie? Lea: "MAAR EEN KIND IS EEN KIND EN JAAP WAS MIJN VADER, JAAP WAS ALLES! EN IK LIEP IN HET BOS IN EN IK WIST ÓÓK WEL, WANT IK HAD EERDERE ERVARING, WÀT HET WIL ZEGGEN GEPAKT TE WÒRDEN, WEGGEHAALD TE WORDEN, GEVANGENGEZET! IK LIEP EN IK LIEP EN IK DACHT: 'Dàt ìs geméén! Jaap is gepàkt èn jíj laat hèm àlléén!' En ik ben teruggegaan. Ik wilde bij Jaap zijn. En dáár stònden de SS'ers doodgewoon op ons te wachten zo van wíe wòrdt 'r 't ÉÉRST gepàkt? Want ze waren heus wel van plan om òns te zóeken! En daar was ik in het huisje mèt díe SS'ers vanaf 's òchtends!!!
Intussen had de zuster van Roelf Westra of Loes Boontje of de moeder van Henny Rijks alàrm geslagen! Óók de schoten zullen hoogst-waarschijnlijk wel door de òmwonenden gehóórd zíjn?! In ieder geval werd Herman Flim omstreeks één uur 's middags op de hoogte ge-bracht door 'n kennis dàt er íets níet i/d haak was ìn het landhuisje! Tóen begònnen de méést verwàrrende úren uit zijn hele leven! Dus Herman trommelde Koos op, spoedde zich vervolgens naar de achter de bakkerij gelegen gereformeerde school en trof dáár Rosie Colt-hof bij 't hèk aan?! Hij vroeg haar om Marie Arnolds te waarschuwen, òm vóóràl níet naar 't huisje te gaan!! Rosie beloofde dàt te zullen doen! Koos was alvast vooruitgegaan naar 't landhuisje, enige minuten later gevolgd door Herman, òm eràchter te komen wàt er aan de hànd wàs? Koos waagde zich blijkbaar té dìchtbíj, liep de wachtmeesters tegen 't lijf & werd prompt meegevoerd in het landhuisje. Toen Herman aankwam o/d plek des onheils zag hij Koos nergens meer. Híj concludeerde dat díe alweer op weg was naar de bakkerij terug... Thuisgekomen trof hij niet Koos, maar z'n nicht Jo Scheffer, die hem kwam waarschuwen dàt 'r iets aan de hand was in het landhuisje... Herman, blij met de hulp die z'n nicht hem bood, stelde haar voor om apart naar 't huisje te gaan, Koos op te sporen & gedrieën daarna eens rustig te overleggen bij de familie Scheffer thuis? Jo stemde toe. Waarschijnlijk was Jo's route korter dan die van Herman, want zij arriveerde er 't eerst! Jo was echter net zo onvoorzichtig als Koos & werd dus óók ingerekend door de drie wachtmeesters! Toen Herman voor de tweede keer bij 't huisje aankwam, trof híj dáár nòch Jo nòch Koos! Híj snapte er niets meer van! Herman: "Ik heb Koos niet ge-vonden, maar doordàt ìk dùs géén van tweeën VÒND wàs ik dùs i/d veronderstelling dàt Jó Kóós wèl gevonden had & dàt díe twéé naar Scheffer waren gegaan?!! Dus ben ik in m'n eentje naar Scheffer gegaan & dáár wàs dùs nòch Jo nòch Kóós! Dàn ga je dènken: "Wáár zìtten ze ÈN wàt dóen ze?" ÌK wìst 't allemaal niet meer! Ten derden male fietste Herman daarop naar 't huisje, & voorzichtig geworden dóór die twee onverklaarbare verdwijningen stàlde híj z'n fiets bij kennissen op enige afstand v/d plek des onheils. Tegen hen zei hij dus wáár híj naar tóe ging ÈN hij vroeg hèn òm zijn ouders te waarschuwen als hij niet binnen afzienbare tijd zóu terùgkéren?! Hij naderde 't huisje tot zo'n 50 meter & bestudeerde die situatie 'n half uur lang..... Híj zag geüniformeerde mensen lopen ÈN zag veel beweging i/h huisje. Vervolgens keerde hij terug om z'n fiets op te halen! Daarbij trof hij Sietske Alsema, 'n kennis van Loes Boontje trof, waar Henny Rijks de 3 meisjes heengebracht had; zíj vertèlde hem wáár die 3 ondergebracht wáren, tot grote opluchting van Herman, die bedacht dat ze nu alledrie voorlopig goedzaten bij Boontje & vertrok weer naar huis om nog eens heel goed na te denken over de hele situatie...