36954¥88 Het Huis van Nakdimon ben Goerion lag....
OP ‘N BREED STUK LAND OP ‘N HEUVEL TEN WESTEN VAN DE STAD. HET STOND OP EEN KRUISING VAN TWEE WEGEN...
De ÉNE weg leidde naar de Poort van de ESSENEN, waar de stadsmuur bóven het Hinnomdal uitstak. De andere laan liep met ‘n statige bocht omhoog naar de Tempelberg. Achter ‘t huis lag een uitgestrekte tuin met vijgen, druiven & granaat-appels, en ‘t geheel was omsloten door ‘n hoge muur. In dit geliefde deel van Yeroesjalayiem woonden veel rijke mensen.
Ook ‘t imposante paleis van Kajafas lag in deze buurt. Ter ere van het Poeriemfeest brandden er olielampen op alle muren die om de huizen van de rijken stonden. Het licht van de fakkels voegde daar tijdens ‘t laatste stuk van de wandeling nog maar nauwelijks iets aan toe. Ook de twaalf Musschen van Yeroesjalayiem lieten luid en duidelijk merken dat ze onder de indruk waren van de pracht en praal van deze wijk, hoewel ze nergens ‘n blik naar bínnen konden werpen. De ramen van de rijken keken uit op hun eigen binnenplaats! Ondanks ‘t felle licht konden armen zo nooit zien hóe rijk gevuld hun tafels wel waren! En de rijken hoefden zich evenmin te storen aan minder fortuinlijken die hun huizen passeerden. Maar Aveel, met z’n uitgebluste fakkel, had nergens oog voor. Toen de stoet bij het huis van Nakdimon arriveerde, was hij diep in zijn sombere gedachten verzonken. Aveel had gerouwd om zijn moeder, hoewel zij nooit van hem had gehouden. Ze had niets om hem gegeven, dus had hij eigenlijk getreurd om hoe ‘t hàd kùnnen zijn?! Het verlies van Chajiem trof hem oneindig veel dieper. Chajiem was zijn vriend, zijn leraar, zijn beschermer geweest. Zij hadden hùn schaarse beetje eten, hun veel te dunne deken en hun kortstondige pleziertjes samen gedeeld, waardoor het altijd méér geléken had dan het in werkelijkheid wàs. Nú wàs híj er níet meer. De andere fakkeldragers straalden en lachten van plezier, toen Nakdimon zijn geldbuidel te voorschijn haalde. De hand van de man was breder dan de opening van de leren geldbuidel, dus schudde hij de munten ‘r uit ‘t zakje in z’n grote handpalm. Híj gooide hun het geld niet voor de voeten en haastte zich evenmin zo vlug mogelijk naar binnen, zoals rijken dat altijd deden, om maar zo snel mogelijk bereid te zijn v/d stank & de aanblik v/d verweesde Musschen. Inplaats daarvan pakte Nakdimon telkens ‘n duit & legde die i/d hand van ‘n Musch, bedankte hem & gaf hem een woord van zegen mee. Tot slot bij Aveel aangekomen, reikte hij ook hem ‘n duit aan. Hoeveel mensen zwerven er nu nòg steeds thuisloos rond in een ijskoude en bloedhete wereld zonder familie, vrienden, bescherming, warmte & liefde....
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende