37049 Q 123 Aveel trok aan de achterkant van Emets
GESCHEURDE MANTEL. ‘Wàt zéi híj? Wàt zéi die Roméin tegen jóu? Idioot! Wil je ons soms allebei dóód hebben? Kòm!’ siste hij. ‘Schiet òp! Snèl! We moeten maken dat we wègkomen! Hij is ‘n officier. Mannen zoals hij geven niet zomaar wat zilveren geldstukken aan bedelaars en ze blijven niet in de regen met hen staan praten, als ze niet van plan zijn iemand te arresteren!’ Aveel keek woedend over zijn schouder en trok Emet mee, bij Marcus vandaan. Marc hoorde Aveel tegen Emet tekeergaan, terwijl de twee langzaam uit zijn gezichtsveld verdwenen. Terwijl hij in de richting tuurde waar de twee jonge vijanden van Rome verdwenen waren, merkte hij dat de druilerige nacht plaatsgemaakt had voor ‘n vochtige, grijze ochtend. De sombere sfeer om hem heen drukte zwaar op Marcus’ schouders! De centurio had altijd in het keizerrijk geloofd. De Romeinse beschaving bóód véél vóórdelen, die in alle landen rondom de Grote Zee terug te vinden waren? De Romeinse uitvindingen hadden de kwaliteit van het leven verbeterd! De Romeinse handel had de levensstandaard verhoogd! Het Romeinse léger verhoogde de veiligheid tegen rovers èn wetteloosheid, terwijl het Romeinse Oppergezàg gehoorzaamheid àfdwong?! Dìt àlles kòstte de onderworpen volken wel het één en ander, maar díe príjs wàs het méér dan wáárd! Tòch? Sìnds ‘t ontstaan van de wéreld wàs zóíets nog nooit vóórgekomen: ‘n Gemeenschappelijke Óverheid, ‘n Gemeenschappelijk Wégennet ÈN ‘n Gemeenschappelijke Táál, in ‘n gebíed dat zich onderhand uitstrekte van Gallië tot aan de Eufraat!? Róme hàd de dúistere barbáársheid terùggedrongen èn had dáárbíj kòsten nòch móeiten gespaard....... Maar het wàs rúimschoots de móeite wáárd! Tòch?
Desondanks wáren er úit ‘t Gezaaide Záád op één of andere manier al met al óók tàlloze gìftige scheuten ontsproten. De wéreld wàs nòg stééds vòl met haveloze jongetjes zonder dàk boven hun hoofd! Marcus schudde z’n hoofd, om de verwàrring kwijt te raken. Filippus & Avram waren wèl èrg láát?! Ze zouden het nieuws over de dood van hun meester inmiddels wel vernomen hebben. Als ze slim waren, dan hàdden ze de Stad nu nog vóór ‘t aanbreken van de dag verláten. Marc hoopte dat ze op wèg wáren naar ‘n gebied waar Herodes Antipas of zijn ozo gemene, fatale koningin geen invloed kònden uitoefenen. Hij zou nog ‘n kwartier op hen wachten, en dàn zou híj het voor gezíen houden........
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende