37106143 Het was een doodgewone dag in de amandel-
BOOMGAARD!?
Ze zat op de rand van de bron & putte water voor hem;
ze stond erop zèlf water voor hem te putten, alsof ze zijn bediende was.
Ze hield de beker aan zijn lippen en kuste hem, terwijl zijn mond nog vochtig was.
De arbeiders waren klaar met snoeien en gingen naar huis om te eten. Nakdimon wilde ook weggaan,
maar Chadassa hield hem tegen. Ze verleidde hem met haar ogen. Hij gaf zich zonder slag of stoot over.
Ze bedreven de liefde in de schaduw van de bomen en gingen pas lang na zonsondergang naar huis.
Toen ze thuiskwamen, zagen de bedienden ‘t droge gras achterop haar jurk. Chadas bloosde en zei
dat ze moe was geworden en een tijdje had liggen slapen in de boomgaard! Maar de bedienden
wisten wel beter? En toen ‘t duidelijk werd dat ze weer zwanger was, rekenden ze uit dat het díe
bewuste avond gebeurd moest zijn! ‘t Was allemaal begonnen met een doodgewone beker water.
Díe avond was Sjmoe’el verwekt. SJMOE’EL. Hùn zóón. Chadassa had het kind in haar schoot
met zoveel liefde omringd. Ze was verrukt geweest, telkens als ze hem voelde schoppen.
Ze vond het heerlijk om met haar buik tegen Nakdimons rug te liggen en ze lachte
als de baby hèn al trappelend ‘n berichtje stuurde. Wat wilden die voetjes & ellebogen zeggen?
Híer ìs léven! Gevormd door JÙLLIE béide! Geschapen met vreugde onder de amandelboom.
G d keek tóe... HIJ (Zij/Het) kijkt nog steeds toe... Keek Chadassa op dìt momènt
óók òp hèm néér, vroeg Nakdimon zich àf?! Hij gooide het restje water terug in de put,
toen er andere reizigers het plein op kwamen lopen. Vervolgens gooide hij ook de uitzonderlijk
pijnlijke herinneringen terug in de put van zijn geheugen en dwong zich terug te keren naar het heden.
Hij had geen andere keus. Bij de openbare voerbal had zich een groepje reizigers verzameld dat ook
op weg was naar het Noorden, & dat uit veiligheidsoverwegingen samen reisde!
Nakdimon sloot zich bij hen aan. Dit bij elkaar geraapte groepje was een vreemd mengelmoesje
van persoonlijkheden & beroepen, kenmerkend voor ‘n geïmproviseerd reisgezelschap.
Er was ‘n stevig gebouwde Joodse wierook-handelaar bij, met twee knechten & ‘n kameel,
beladen met ‘t kostbare, aangenaam geurende hars. De parfumkoopman heette Ben Gavrin
& hij transpireerde hevig, ondanks de kilte, en vertelde vrijuit dat hij al zijn spaargeld uitgegeven had
om dìt vrachtje te kopen. Hij was van plan om de spullen in Damascus te verkopen tegen een aanzienlijke winst
en op die manier voor zichzelf te beginnen. Z’n knechten, speciaal ingehuurd voor deze reis,
waren donkere Idumeeërs. Of ‘t nu was vanwege hun trage begrip of vanwege hun slechte humeur,
ze spraken geen woord, behalve als hen iets gevraagd werd?!
En ook dan bestond hun antwoord
uit één, hooguit twee
lettergrepen!?
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende