37112153 Marcus gooide het dode lichaam van Jorum
VAN ZICH AF EN SPRONG OVEREIND. Hij pakte zijn zwaard weer in z’n bloedende hand en zich het slagveld af naar meer mogelijke tegenstanders. Maar de rovers waren o/d vlucht geslagen? Marcus zag de laatste nog net om ‘n volgende bocht verdwijnen... samen met Pavor en de roodbruine ezel! De rebellen op de hoogten boven de kloof waren ook verdwenen, afgeschrikt door ‘n denkbeeldige cohorte van legionairs. Bar Abba was duidelijk niet van plan een treffen te riskeren met gewapende Romeinse soldaten, maar zijn voedselstrooptochten werden steeds brutaler. Als hij of een andere sterke leider erin slaagde meer mannen op de been te krijgen, zouden ze binnen afzienbare tijd kunnen toeslaan! Maar waar en hoe Marcus dacht erover om terug te keren naar Jerusalem. ‘n Contingent van Romeinen te paard wàs misschien in staat de oproerkraaiers te vangen, voordat ze onvindbaar i/d heuvels naar elders verdwenen? Als hij niet te voet zou zijn, had hij had hij binnen enkele uren hier terug kunnen zijn via Jerusalem èn binnen afzienbare tijd de achtervolging van Bar Abba kunnen inzetten! Terwijl Marc naar de plek staarde waar de rovers verdwenen waren, piekerde hij over ‘t verlies van zijn Pavor: hij was ervan overtuigd dat Galilese boeren niet in staat waren zó’n schichtig paard te hanteren; hij hoopte maar dat ze hem niet uit frustratie vermoorden zouden! Niet ver bij hem vandaan stonden de slachtoffers van Bar Abba’s half gelukte strooptocht dicht bij klaar als ‘n stel uitzonderlijk makke schapen? ‘n Zwaar gebouwde, transpirerende man hield de leidsels van een kameel krampachtig vast, alsof het een reddingslijn was. De twee mannen die bij hem stonden, feliciteerden elkaar met het feit dat ze ternauwernood aan de dood ontkomen waren. Geen van hen stak een hand uit om de man te helpen, die zwaar gewond naast het rotsblok lag. Marc knielde bij het slachtoffer neer. Uit een diepe hoofdwond stroomde bloed, dat rode strepen over zijn gezicht trok. Een buitensporig grote zwelling op zijn schedel bezorgde hem ‘n scheef gezicht! “HELP EENS ‘N HANDJE!” riep Marcus naar de anderen. “Dat mag ik niet,” weerlegde ‘n lange man met ‘n ascetisch uiterlijk. “Ik ben ‘n KOHEEN! Als ik een dode man aanraak ben ik onrein!” “HIJ IS NOG NIET DOOD,” protesteerde Marcus. “IK HEB HÙLP NODIG!”
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende