37140182 Gouverneur Pilatus of Hogepriester Kaifoe

ZOUDEN ER WEL 1000 DENARII [OF MÉÉR] VOOR HEBBEN OVERGEHAD ÒM ÀCHTER DE VERBLIJFPLAATS VAN BAR ABBA TE KOMEN, maar de Musschencompagnie had maar ‘n paar dagen nodig òm ‘t rebellenkamp te vinden! Het laatste stukje info was afkomstig van ‘n lid v/d bende van Bar Abba zèlf, ene YEHOEDAH aka Judas? Híj had de bijnaam ISKARIOT & hij deed ‘t vóórkomen alsòf híj afkomstig was uit ‘t dorpje Keriot! Maar in feite verwees die naam naar zijn bondgenootschap met de moordenaars: Judas de Sicarius of Yehoedah de Messentrekker? De Musschen kwamen Judas tegen bij een droog-staande poel in één van de waarlijk òntèlbare wadi/ravijnen i/d “Wildernis van Judea oftewel de Woestijn van Yehoedah”~
Hun voeten deden zéér. ‘t Brood van Chiram was òp èn ze hadden ‘n afschuwelijke dorst! Aveel probeerde de andere twee op te vrolijker door YEDIED te laten tsjilpen! Bij ‘t binnenstebuiten keren van de broodzak vond Aveel nog wat kruimeltjes en terwijl Yedied op z’n vinger zat, zwaaide Aveel ‘n broodkruimel voor de snavel v/h beestje heen & weer! “KOM ÒP!” zei hij. “ZÈG EENS ALSJEBLIEFT?” Het musje piepte gehoorzaam. “HEEL SLIM!” prees een Stem. Yedied liet subiet de kruimel vallen & hipte onrustig òp èn néér, fladderde terug naar Emet & kroop wèg tégen zijn borst. De jongen verstopte ‘t diertje in zijn gewaad. ‘Aveel,’ zei Ha-Or Tov, ‘ik...’ DE NIEUWKOMER KWAM ONVERWACHT VAN ÀCHTER ‘N ROTSBLOK TEVOOR-SCHIJN, ALSÒF HIJ DAAR AL ‘N TIJDJE HAD ZITTEN AFLUISTEREN?! ‘Geen water in de poel?!’ klaagde hij welgemoed. ‘ÌK had nog zó gehóópt me hier te kunnen wassen om de stank kwijt te raken! Willen jullie een slok water van mij?’ Nadat ze zich hadden voorgesteld, haalde Judas z’n waterzak tevoorschijn & liet de Musschen, inclusief Yedied, hun dòrst lèssen~~
Hij leek een aardige, doodgewone man. Z’n lichtbruine haar, bedekt met een laagje stof van de lange reis, was keurig nèt samengebonden achter in z’n nèk! Z’n ÓGEN flitsten héén en wéér & leken àlles te zíen? Zèlfs als hij met één v/d jongens praatte, kéék híj hèn àlledríe één voor één áán! Hij had ‘n kalmerende stem, zoals olie op ‘n schaafwond. ‘Ik heb gehoord
dat ‘n stel jonge mensen op zoek is naar BAR ABBA, de patriot!’ zei Judas, terwijl de waterzak voor de tweede keer rond-ging. ‘Hebben jullie hen toevallig gezíen?’