37272237 er klonk een opgewonden geroezemoes, toen

de vrouwengalerij, na het vertrek van Yesjoea, langzaam leegliep. Aveel hoorde Vélen zèggen dat Yesjoea een profeet moest zijn. Zoals Yesjayahoe, zeiden sommigen. Of Eliyahoe, misschien! Maar waaròm had Yesjoe Yónah erbijgehaald? Yonah was bepaald géén populaire profeet. Híj hàd zèlfs voor 't baantje bedànkt! En tóen hij tenslotte tòch berouw gepredikt hàd, was dat tegen die heidense Syriërs. Het zóu veel béter zijn gewéést àls ze zich níet hadden bekeerd ÈN Adonai hèn had verwóest?! Hetzelfde gold ook voor de Sjomroniem oftewel Samaritanen!? Proféten zeiden ÀLTÍJD schòkkende dingen, maar 't idee dat één van die afvàllige hàlfbloeden rechtvaardiger zóu kùnnen zíjn dan 'n KOHEEN of 'n Levíet? Wàt 'n vreselijke gedàchte! Àls Yesj de mensen op stàng heeft willen jagen, òm zó hùn aan-dacht te vàngen, dàn is 'm dàt wèl gelùkt, dacht Aveel. Dvorah treuzelde 'n beetje. Ze liep naar Emet toe, keek Yedíed aan & zei: 'Hé vogeltje! Je was briljant! Ik had nooit gedacht dàt jíj zó slìm was. Je hebt zomaar 'n HÉLE préék getjilpt! Héél GÓED!' Yedied streek zijn veren glad & bóóg in Emets open hand, waaruit Aveel kon opmaken dat het vogeltje Dvorah óók begrepen had. Toen ze haar hand naar de mus uitstrekte, verwachtte Aveel dat de vogel zou wegvliegen. Òf dat Emet geschrokken zou terugdeinzen?! Maar Emet stak juist z'n vuist úit en onmiddellijk sprong YEDÍED op Dvorah's hand. Aveel beschreef 't voorval aan Ha-OR Tov. De blinde jongen was onder de in-druk van Dvorah's innemende gedrag. 'MET WÍE ZIJN JÙLLIE HIER GEKOMEN?' vroeg Dvorah, toen de jongens geen aanstalten maakten om de galerij te verlaten. "WACHT ER NIEMAND OP JULLIE?" Met die woorden werden ze op onaangename wijze herinnerd aan héél hun eigen situatie! Tijdens de preek van Yehosjoea had Aveel besloten dat híj al méér dan genóeg had van Bar ABBA & de rebellen, & vooral van die Kittim in 't bijzonder!? Zonder de andere twee naar hùn méning te vragen, wist hij dat zíj er óók al nèt zó over dachten?! We zijn met niemand gekomen,' antwoordde Aveel voorzichtig. "ALLEEN WIJ DRIEËN!" "ZIJN JULLIE KNECHTEN?" wilde Dvorah weten, & vóelde aan de mouw van Aveels Mantel. 'Dìt is 'n heel mooie mantel! Mijn moeder léért mij wéven. We weven nu 'n mantel voor Yesjoea onze Rebbe! Jullie hebben deze mantel toch niet gestolen, hoop ik?' 'Nee,' antwoordde Aveel. "DIE HEBBEN WE GEKREGEN!" 'Maar wáár slápen jullie dan? Hèbben jullie íets te éten? Willen jullie met mij méé naar húis? M'n vader zal jullie graag iets te eten geven!' Avel dacht even na wàt hij híerop moest antwoorden! Tenslotte verbrak Ha-OR Tov de stilte. "Toemaar!" drong de blinde jongen aan. "Vertel 'r de waarheid maar!" 'We zijn met Bar Abba meegekomen,' gaf Avel toe. "DE ZELOOT?" Dvorah grijnsde opgetogen. "IS HIJ VAN PLAN OM OM IEMAND TE VERMOORDEN? VANDAAG? HIER? IN KFAR NACHOEM? IN DE SYNAGOGE?" Avel legde het uit: 'Hij is in de buurt. Hij wil Yehosjoea tot KONING maken! We komen helemaal uit Yehoedah, omdat Bar Abba hèm wilde ontmóeten!'

10 feb 2020 - bewerkt op 16 feb 2020 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 79 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende