37305251 Ze wachtte even. Toen zei ze: ‘Ik ben nú

GELUKKIG, MARCUS.’
“DÀT HÈB JE NIET AAN MIJ TE DANKEN!”
‘Zó màg je niet denken. Alsjeblieft! ‘t Làg níet aan jóu.’
“AAN WÍE DÀN?” ‘Aan... míj. Ìk was verbitterd! Wóedend. Overladen
met zèlfmedelijden. Ik hield me krampachtig vast aan ‘n illusie. Áán een waandenkbeeld
óver hóe míjn leven eruit Zóu móeten Zíen?! Èn ik gàf íederéén de schuld... iedereen... omdat ik
niet gelukkig was.’ Hij dwong zichzelf haar aan te kijken. “IK MÓET HET WÉTEN...”
‘Je hoeft het niet te zeggen, Marcus.’
“JAWEL! IK MÓET HET MEZÈLF HÓREN ZÈGGEN, DIE WOORDEN DIE IK UIT TRÒTS EN DWAASHEID
NOOIT OVER MIJN LIPPEN KÒN KRÍJGEN!” ‘Goed.’ “MIRYAM? IK... WIL JE... ME... VERGEVEN?”
‘Van ganser harte. Dat heb ik al lang geleden gedaan.’ Ze glimlachte. Haar gezicht straalde van blijdschap
& liefde. ‘n Enorm gevoel van opluchting overspoelde hem. Zijn ogen stonden vòl tranen. Verlegen
schraapte hij zijn kéél & wendde z’n blik àf. Hij wilde eigenlijk zóvéél zèggen.
Maar dit was niet het júiste tijdstip. Ze had hèm broer genoemd. Als hij zou toegeven Wàt Híj voor Háár vóelde, zou ze dan wellicht denken dat hij bijbedoelingen had met zijn vraag om vergeving? Hij zei alleen maar: “JE BÈNT... IEMAND ÀNDERS.” ’Jíj óók. Al denk ik dat je niet ten volle beseft hoezeer jij bent veranderd, Marcus.’
”IK BEN NIET WIE IK ZÓU WÌLLEN ZÍJN,” gaf hij toe.
’Ik ook niet. Maar ik heb de tijd om dingen goed te maken, hoop ik. Híj ZÈGT DÀT we sámen op réis zijn. Dat we elkaars lasten dragen, zegt hij. Hij keek me áán en làchte om mijn overtollige bagage! Hij zei: “Leg die zak met stenen maar néér, Miryam. ‘t Zíjn geen juwelen. Gewone stenen. Zèlfs ‘n steentje in schoen kan je al verlammen. Lèg àl dàt zinloze gewicht àf, dat je in je armen, je zakken, je schoenen & je rugzak meedraagt! Wàt HÉÉFT het voor zìn? Haal àlle zelfmedelijden en schuldgevoelens uit je hart. Ópen je ÓGEN! Kíjk! Dáár staat een uitgehongerd Kìnd aan de kant van de weg te huilen. Til het Òp èn brèng het naar húis. Verzorg het namens míj! Nú! Als jij het niet doet, gaat het dóód... Je kunt je armen niet vullen met liefde & ‘n lading sténen! WÉÉS mijn handen. Mijn hart. Wees liefde in actie voor mensen in nóód!” DÀT zei Híj tegen míj.’ Marc knikte, vol bewondering voor haar bereidwilligheid. “EN TÓEN HÈB JÍJ JÓUW HUIS OPENGESTELD.”
14 feb 2020 - bewerkt op 18 feb 2020 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 79 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende