37322264'Ha-Or Tov... 't Goede Licht,' mijmerde ~~
DVORAH HARDOP.
"WAT 'N GRAPPIGE NAAM VOOR IEMAND DIE..."
'Stekeblind ìs!' Ha-Or Tov maakte haar zin af. DVORAH'S HANDEN
RUSTTEN EVEN UIT. OPEENS ZEI ZE: "YESJOEA GENEEST MÈNSEN. KREUPELEN, MELAATSEN, DOVEN,
ZOALS EMET. ÈN ÓÓK BLINDE MENSCHEN. IK KÈN ZO IEMAND! 'n Blinde bedelaar die altijd bij de synagoge zat?
Vorige week heeft Yesjoe hem genezen en nú kan hij weer zíen!" Ha-Or Tov zei: 'Heeft de Rabbi dat gedaan?' "DAT KÀN NIET,"
viel Aveel hen in de rede! ÒNMÓGELIJK! DE RABBI KÀN ONS NIET HELPEN! WE KUNNEN NOG NIET EENS NAAR HEM TÓE, ÒM HÈM
TE LATEN WETEN WÍE WIJ ZÍJN!" 'Waaròm niet?' wilde Dvorah weten. Aveel snauwde: "BAR-ABBA!" 'Nou, ÈN?' zeiden Ha-Or Tov & Dvorah tegelijkertijd...... 'Ha-Or Tov, WÉÉT je dan al niet meer... ' Toen zweeg Aveel, omdat hij de naam van Yehoedah 'de messentrekker uit Keriot' niet durfde te nóemen. "DÀT ÉÉN VAN YEHOSJOEA'S VOLGELINGEN ÓÓK LID IS VAN BARABBA'S BENDE?!"
'O ja,' zei Ha-Or Tov spijtig. 'Wie dan?' wilde Dvorah weten. 'Dan zeg ÌK 't tegen mijn vader! Ik weet zeker dat Yesj dàt níet WÉÉT!' 'Nee,' zei Aveel haastig. 'Dat kunnen we niet zeggen! DAN VERMOORDG HIJ ÒNS, ÈN JÓU MISSCHIEN OOK. BEGRIJP JE?' Dvorah
knikte met tegenzin. 'Maar 't is niet goed! Iedereen díe Yesjoe WÌL zíen, zou de KÀNS immers moeten krijgen?!' "ALS DÀT BETEKENT DÀT WE WORDEN VERMÓÓRD, HOEVEN WE HÈM NÍET TE ZÍEN! BETER BLIND DAN DOOD! WAT JIJ, HA-OR TOV?' Met afhangende schouders & afgewende blik zat de blinde jongen daar en zwéég. Hij was zó teleurgesteld dat hij al geen zìn meer hàd òm te praten; dùs reageerde hij níet.
Naast het hok van de twee geiten was 'n kleiner hok, waarin 'n ooi met haar LÀM stond.
't Lam stootte z'n moeder in haar zij, maar ze duwde 't van zich àf.
Toen Aveel z'n vingers tussen de spijlen stak, hapte 't lam ernaar & begon te zuigen.
'Hij vindt me aardig,' merkte Aveel op. 'Hóe héét hij?'
'Hij heeft geen naam,'
antwoordde Dvorah. 'Làmmetje, meer niet. Voor de PESACH!
Papa zei dat we hem geen náám móesten geven!
In die pot bij de achterbuurten zit graan.
Wil jij de dieren voor mij vóeren, Aveel?'
'Natuurlijk,' beloofde Avel dapper. 'Ga je wèg?'
'Ik voel me niet goed,' zei Dvorah. 'Die ruzie... & 't onweer...
ik heb hoofdpijn. Ik ga naar bed. En Aveel? Ik wilde je nog zeggen...
Dat je zo dapper bent als 'n lééuw! Jij hebt die twee
helemaal hierheen gebracht. Heel goed!'
Ze haalde haar schouders òp &
kuste hem op z'n voorhoofd.
'Welterusten, Aveel,
lief leeuwenjong!'
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende