MIJN HELE LÉVEN DRAAIT OM HÁÁR! ALS ZIJ HET NIET HAALT, IS VOOR MIJ ALLE HOOP VERVLOGEN! ALS ZIJ BEZWIJKT, BEZWIJK IK OOK! DÀT ZÈG IK TEGEN HÈM, ALS HIJ KOMT! Ja, ja. Dàt zal ik hem VERTÈLLEN. Dàt begríjpt híj vàst wèl, denk je ook niet? Ik doe hem een voorstel. Míjn leven voor het háre?! ÌK hecht géén wáárde meer aan mijn eigen leven! Maar zíj? Sinds ik haar voor het eerst in mijn armen hield, droom ik van 'n làng léven voor haar. Twaalf jaar. Twaalf pàs! Zó'n kort leventje, vergeleken met mijn droom voor haar! Ik heb het nooit erg gevonden dat we maar één kind gekregen hebben. Elisjeva had er verdriet van dat er geen kinderen meer kwamen.... Maar ik zei altijd dat Dvorah meer voor mij betekent dan een hele stàm zónen en dòchters." Yaïr liet zijn hoofd zakken, drukte zijn voor-hoofd tegen z'n knieën & verborg z'n gezicht. Hoewel hij geen enkel geluid maakte, wist Marcus dat hij huilde. Miryam gaf hem 'n klopje op z'n schouder: "RÙST MAAR EVEN UIT, YAÏR," probeerde ze de treurende vader te troosten. "ZODRA IK EEN ZEIL ZÍE, MAAK IK JE ZO WEL WEER WAKKER!" Ze keek weer uit over 't water, op zoek naar 'n téken van 'n boot aan de horizon. Yaïr viel op 't gras in slaap.
IN DÌT VERDRIET IS SLAAP DE ÉNIGE VORM VAN BARMHARTIGHEID,, dacht Marc. 'n Úúr verstreek. Geen zuchtje wind. Sinds de storm vannacht abrupt was gaan liggen, was 't Meer volkomen rùstig. Er zou geen zeil worden gehesen, wist Marcus. Als Yehosjoea en al zijn talmidiem vandáág naar het strand van Kfarnachoem wilden terugkeren, zóu 't zó 'n moeizame Tòcht zijn, omdat ze op éigen kracht het Meer immers zouden moeten oversteken?! Terwijl hij dàt DÀCHT, zàg hij dat de kopjes van de madeliefjes aan zijn voeten bogen en zich weer oprichtten. Er stak 'n bries òp úit het Oosten! Miryam glimlachte rustig. Vòl vertrouwen. Nú? Ja! Dáár, in de vèrte ~~ 'n Rood vier-kant tegen de contouren van 't blauwe water. En nòg één, ÈN nòg één. Drie schepen met rode zeilen, die bolden in de wind. Yesjoea! Híj kwam terug! Daarmee verdween ook 't laatste restje twijfel over Miryam uit Marcus' gedachten! Wàt wàs er gebeurd? Er was 'n wonder met haar gebeurd, dat haar tot 'n Nieuw Mens hàd gemáákt. Aan de voeten van Yesjoe de Nazir uit Natseret hàd zíj blijkbaar iets groots geleerd wàt àl haar vréés in vertrouwen veranderd hàd?! Ze neigde haar hoofd enigszins, zoals ze altijd gedaan had als ze wilde dat hij haar zou zóenen? En já, hij wìlde níets LÍEVER dàn haar zoenen! Maar hij deed 't niet. Haar ogen sprankelden. 'Ik weet wat je denkt,' zei ze. Ze legde haar hand op de zijne om 'm 't zwijgen op te leggen. "Het gaat nu niet meer om mij, Marcus. Mijn hele gezichtsveld heeft zich onmetelijk verruimd! Als ik in 'n spiegel kijk, kan ik niet langer zeggen: DAT BEN IK! Ik kijk omhoog naar de sterren en zeg: DÀT ÌS HÈT! Dat is van hèm: hij heeft ze gemaakt ÈN híj hééft óók MÍJ gemaakt!" 'Ik begrijp het niet.' Hij boog zich naar haar toe en wilde zijn wang tegen de hare leggen om de zoete geur van haar huid ìn te ademen. "KÍJK MAAR NAAR DE ZEILEN! ZÍE je dat? Híj vùlt ze mèt de adem van z'n WÌL.
Ik ben... vol ontzag, éigenlijk. Hij komt in 'n gammel bootje naar òns tóe... óver wateren die zó díep zijn... zó WÍJD... òm òns te laten weten dat we niet meer alleen zijn. Híj kòmt, Marcus.Hij komt naar òns tóe. Naar Yaïr, naar CARTA, naar Dvorah & naar àl die anderen wier leven híj hééft áángeraakt?! Hij ìs híer òm Israël te bevrijden - één ziel tegelijk, denk ik. Hij ìs zo nu al degene op wie wij altijd al hebben gewacht? En mèt zíjn kòmst ZÀL híj de wéreld voorgoed veranderen."