37376290OnderZijnFelleAfkeurendeBlikHielden Enkele

ROUWKLAGERS 'T AL METEEN VOOR GEZÍEN! YEHOSJOEA HIELD HEN ALLEN IN ZIJN BLIK GEVANGEN. DE FLUITEN ZWEGEN & ER VOLGDE 'N ONAANGENAME STILTE. TENSLOTTE WAS ER NOG MAAR ÉÉN HYSTERISCHE VROUW DIE OVER DE GROND BLEEF ROLLEN MET 'T SCHUIM OP HAAR MOND! Zij is bijzonder goed in weeklagen, dacht Abel. Yesj keek op haar neer. 'Genóeg.' Ze hield abrupt op & ging zitten. 'Maar mijn heer,' protesteerde ze, 'ze hèbben ons al betaald. Marta van BETHANÍË...' Yesjoe zei: 'Het kind is niet dood. Zij slaapt.' 't Gezicht van Dvorah's Vader was één & àl verwàrring. De drie talmidiem van Yesjoea keken elkaar ongemakkelijk aan. De Romein raakte de vingers van de vrouw aan die naast hem liep & boog zijn hoofd. Aveel staarde door 't raam naar Dvorah. Wìt. Dóód. Ònbewééglijk! Nee. Hier was geen sprake van slapen? Avel zag dat de vrouwen in de slaapkamer zich omdraaiden & zich afvroegen waarom 't opeens stìl was? Toen BEGÒN het. Èrgens àchter i/d Menigte búiten jouwde iemand: "WÀT? WÀT ZÉI HÍJ? ZE SLAAPT?"
Spottend begonnen de mensen te lachen. De beroepsrouwklaagster ging op haar knieën zitten & gooide 'n handvol stof naar Yesjoe.
Ze spuwde. "JIJ BEZOEDELT DE DODE! JE DRIJFT DE SPOT MET DE FAMILIE! ZE SLAAPT! Ze slaapt, zegt hij!" Ànderen begonnen lelijke dingen te zeggen over Yehosjoea. Één van zijn talmidiem veegde met de rug van zijn hand over zijn mond & keek beschaamd om zich heen. "ZE... WÀT?" "SLAAPT!" De kreten van ongeloof waren niet van de lùcht. 't Lachen ging al snel over in smalend misprijzen. Met 'n bijna ònhóórbare stem commandeerde Yesjoea: 'Verlaat dit huis onmiddellijk!' Tot ieders verbazing echoden zijn woorden als 'n rollende donder terug vanaf 't Harpmeer. De ingehuurde rouwklagers keken Dvorah's Vader onzeker aan. Yaïr beet op z'n lip & knikte kort. En tot zwijgen gebracht door Yesjoea's bevel liepen de rouwklagers bij de ingang van 't huis vandaan. Yesjoe keek hen ná. Hij keek toe hóe het huis langzaam leegstroomde. Toen zei hij 'n paar woorden tegen z'n metgezellen & liep samen met z'n drie talmidiem het huis van Yaïr binnen. Nakdimon, El'azar, de Romein & de vrouw bleven buiten staan. Even verdween Yesj uit Avels gezichtsveld, maar tien verscheen hij in Dvorah's slaapkamer. Kijk! Tranen van ontroering sprongen in z'n ogen, toe hij 't dode lichaam v/h meisje zag. Yaïr gooide met een kreet van vertwijfeling z'n hoofd achterover, toen hij zag dat z'n dochter dood was. Hij klemde zich vast aan z'n vrouw. Dvorah's moeder liet zich volledig uitgeput in z'n armen vallen. Yesj richtte zich tot hen. Met 'n teder gebaar legde hij z'n hand tegen de wang v/d moeder òm háár gerùst te stellen. Z'n andere hand legde hij op Yaïrs schouder. Met dat gebaar probeerde hij de man moet in te spreken. Yesjoe zei iets war alleen voor de oren v/d ouders bestemd was. Avel dacht dat hij de woorden 'slaapt' & 'geloof" opving. Marta protesteerde té hèftig! Ze keek 'm wóedend aan. Verontwaardigd daagse zij Yehosjoea úit. Yesj negeerde haar tirade: z'n blik was gericht op Dvorah ....