37997295Marc,DieZichEenBeetjeAfzijdigHield Van Het
GEZELSCHAP,
zat op het stenen muurtje van de schaapskooi
en bestudeerde de gasten. MIRYAM bracht hem 'n bord met eten.
Ze hadden deze laatste uren slechts een paar woorden met elkaar gewisseld?!
Ze leek... wàt? Hoe kon hij Miryam Magdalena nu op dìt MOMÈNT het beste beschríjven?
Hij kon geen geschikt bijvoeglijk naamwoord VÌNDEN! Hij kon alleen maar zeggen dat de blijdschap
haar niet hàd verràst? Dat het WÒNDER háár níet hàd verràst! Misschien had niemand geloofd dat een dag
die met zó'n overstelpend groot verdriet begònnen was, nú kòn éindigen mèt zóvéél GRÓTE blijdschap?! Maar MIRYAM wèl!?
Zij keek er niet vreemd van op, alsof ZÓÍETS natúúrlijk ÈN vòlkómen VANZÈLFSPRÉKEND wàs als je in de buurt van Yehosjoea verkeerde. Marcus at z'n bord leeg & likte zijn vingers af. Een horde halfnaakte kinderen speelde tikkertje onder de amandelboom.
Hij was jaloers op de schaduw. De zon stond hóóg aan de hemel! Het was een bijzonder wàrme Dàg? Tenslotte bracht Marcus het gebeurde ter sprake. Hij zei tegen MIRYAM: "VERTEL DIT AAN NIEMAND!" Miryam veegde een haarlok uit haar gezicht. 'Begrijp
jíj waaròm?' 'Onmogelijk!' Marcus brak een stuk van zijn brood en gooide het naar het overgebleven pluimvee. Één háán &
twéé kìppen. Ze vlogen op de prooi af! 'Denkt hij echt dat ze dit ooit vóór zich kunnen houden?' Miryam gaf geen antwoord.
Zij wilde Yesjoe's Onmogelijke Opdracht Gehóórzamen & erover zwíjgen! Zwijgen óver zó íets? Hàd Màrcus Yesjoea's instructie
eigenlijk wel goed verstaan? Je mònd hóuden, àls er iemand weer LÉVEND was gemáákt? Haar Pa & Ma kònden dìt àlles toch ònmógelijk vóór zich houden? DÀCHT Yesj ècht dat de búren het niet zouden mèrken? Kijk maar naar dit hele eindresultaat vàn zíjn verzóek TÒT geheimhouding! Een feest! EEN FÉÉSTMÁÁL! De inwoners van Kfarnachoem zouden uitelkaarbarsten, als ze deze dag en dàt Éne mómènt niet telkens opníeuw zouden kùnnen blíjven beléven en zich telkens opnieuw zouden kunnen gaan blijven afvragen:
ÌS HÈT ÈCHT ZÓ GEBÉURD? Opnieuw trof het Marc dat Yehosjoea van Natseret, haNOTSRI (of de Nazir?), zó totaal ànders
wàs, éigenlijk, dàn wíe dàn óók?!! In tegenstelling tot de góden & halfgoden v/d Griekse & Romeinse mythologie
verlangde híj al met al nu eenmaal níet naar róem. Naar ÉÉR. Was híj níet úit òp waardering en rijkdom.
Gebeurtenissen als DÉZE vormden immers HÈT bouwmateriaal voor legenden en voor het aanbidden en
verheerlijken vàn hùn hóófdròlspélers? Maar Yesj was geen mystieke godheid!!! De 'wonderen' waren
uiterst tastbaar: niet 'n product van menselijke fantasie? Hij was
'n MÀN van vlees en blóed! Een doodgewóne
man. Maar níemand ànders
hàd die màcht léven
terùg te géven,
tenzij... tenzij
wàt?
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende