38074340 AbelAvelAveelKronkeldeZich DoorDeGroepjes
MENSEN HÉÉN ÈN KWAM ZÓVÈR DÀT HIJ EEN PAAR VAN YESJOEA’S TALMIDIEM HOORDE PRATEN OVER HET VOEDSELPROBLEEM. ‘Stuur hèn wèg, Meester,’ zei een volgeling van de Leraar.
“GEVEN JULLIE HEN MAAR TE ÉTEN,” was het antwoord. ‘n Gróte màn met krullend haar, die Aveel al bekend voorkwam, nam het woord. ‘Een inkomen van 8 maanden is nog niet genoeg òm àl díe mensen ‘n paar happen eten te geven!’ Het was één van Yochanans volgelingen, die Aveel vlak buiten Bethanië hàd ontmoet... de man die hèm de Mantel van de Doper gegeven had! Aveel voelde weer ‘n sprankje hoop. Als hij die man kòn aanspreken, èn als de man hèm herkènnen zou... Hij keek naar zijn rood, groen èn bruin gestreepte Mantel. Misschien zou de man de stof herkennen. Aveel legde een hand op Ha-Or Tov’s borst òm hèm tegen te houden èn zei: “GEEF MIJ DE RUGZAK!” ‘Wàt?’ “WACHT HÍER OP MIJ! GEEF ME HET ETEN!” Aveel legde de hand van Ha-Or Tov in de hand van Emet èn ging er met de zal voedsel vandoor. Als de Mantel zijn identificatie was, dan zou het voedsel hèm misschien toegang tot Yehosjoea verschaffen. “IK WIL MIJN ETEN WEL DELEN,” riep hij. “HET IS NIET VEEL, MAAR JULLIE MOGEN ‘T HEBBEN.” Yesjoea’s talmidiem keken verstoord op, maar ‘n grote man met ‘n vriendelijk gezicht kwam naar Aveel toe. “WAT HEB JE BIJ JE? vroeg hij. Aveel vertelde ‘t hèm. “WACHT EVEN,” was de reactie. Wàs aan Aveels gezicht te zien hóe wanhópig hij wàs? ‘t Bloed suisde in z’n oren. Zó dìcht bij YESJ, maar nog steeds vormde ‘n groep Galileeërs ‘n menselijke barricade rondom hèm! Aveel hoorde de man zeggen: “MEESTER! HÍER IS ‘N JONGEN MET VIJF KLEINE GERSTEBRODEN & TWEE VISSEN! DAAR KOMEN WE NIET VÈR MEE?!” GELÙKT! Nú zou hij Yesjoea te zien krijgen! Aveel zag DÀT de volgeling van Yochanan aandachtig naar de gestreepte Mantel keek. Zijn hart ging als ‘n razende tekeer. Hij dacht aan Emet, Ha-Or Tov... & aan Yedied!!! Èn toen ging er ineens ‘n donkere, knappe, glim-lachende man tussen Aveel & de kring discipelen staan. JUDAS bukte zich vlak vóór Avel & keek de jon-gen recht in z’n gezicht. ‘DANK JE WEL.’ Hij kneep zijn ogen tot spleetjes & keek de jongen dreigend aan. ‘Kòm, geef DÀT maar aan mij.’ JUDAS! Hóe hàd Abel Júdas kùnnen vergeten? Avel gaf hèm de zak voedsel & deed ‘n stap achteruit. “MAAK DÀT JE WÈGKOMT!” Op gedempte toon voegde hij eraan toe: ‘Vergeet niet wat we eerder hebben besproken.’ Daar hoefde hij Avel niet aan te herinneren. De messen waren ècht! De dreigementen waren ècht! De teleurstelling was enorm!
Nú was alle hoop vèrvlogen! Verslagen vanwege z’n mislukte missie strompelde Aveel terug naar Ha-Or Tov, op ‘t moment DÀT hij hoorde DÀT Yesjoe’s talmidiem de mensen toeriepen: ‘Ga zitten! GA ZITTEN! Groepjes van 50 & van 100!’ Toen Avel bij z’n vrinden aankwam, pakte hij hùn hand beet. ’KÒM maar,’ zei hij verbitterd. ‘Wat is er gebeurd?’ vroeg Ha-Or Tov. ’Niets,’ antwoordde Avel. “‘t Spijt me. NIETS. Ik heb hèn òns eten gegeven!’ “WÀTSDAARKEBEURT? BENJEGÈKGEWORDEN?” zei Ha-Or Tov geprikkeld. ‘Ja,’ gaf Avel toe.
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende