38272/103 Daarom was Marc nu zo ongerust!
SINDS SEJANUS’ GEZICHT OP DE ZUILEN STOND,
LEKEN ZELFS DE VAANDELS BEZOEDELD? ‘n Stèm sprak
vanuit de deuropening. ‘Zóek je naar leiding in jouw worsteling?’
‘t Was VARA. Het was waarschijnlijk een hele grote schok voor
jou, toen jij me vandaag naast de hoogste tribuun zag staan,’ zei
hij snerend. ‘Nú kun je niet langer meer blijven volhouden dat Jíj
béter bent dan ik!’ Of dìt nu bedóeld was om reactie uit te lokken
of alleen maar om òp te scheppen, Marcus was niet van plan er-
op ìn te gaan. Hij probeerde Vara te passeren, maar een vlezige
hand op zijn borst hield hem tégen. ’Ik zie geen enkele reden,’
zei Vara, ‘waaròm wíj vijanden zouden moeten zijn! Ik zou zelfs
‘n goed woordje voor je kunnen doen: jij wilt toch niet jouw hele
leven in Judea doorbrengen, neem ik aan?’ Marcus haalde vol
afkeer VARA’s hand weg, alsof hij een melaatse of ‘n dodelijke
slang had aangeraakt. ‘Ik wil helemaal niets van jou!’ ’Maar JÍJ
hebt wèl iets wat ÌK wil hebben’’ antwoordde Vara. ‘Je bediende
... CARTA. GÉÉF hèm aan míj. Zie het als ‘n bezegeling van ‘n
verbeterde relatie tussen òns!’ Marc zàg het vóór zich, en dat
beeld deed hem bijna kokhalzen.
Met ‘n gesmoorde kréét sprong
Marcus naar vóren en
duwde z’n rechterarm
tegen VARA’s
kéél!
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende