38297116‘Wat vind jij ervan, Marcus?’ vroeg Felix.
MARCUS GEBAARDE NAAR DE GRENZEN VAN DE STAD
ZOALS DIE VOOR HEN OP TAFEL LAG UITGESPREID. De kaart
was bedekt met cirkels en strepen, getekend met houtskool, om aan te geven
waar moeilijkheden te verwachten waren zodra het licht werd en de medaillons
te zien zouden zijn. ‘Ik kan geen gedachten lezen,’ zei hij. ‘Dus wil ik er niet naar
raden wat de gouverneur van plan is. Maar Sjomron heeft gelijk: opstootjes zijn onvermijdelijk.
Sommige heethoofden onder de Jóden staan nu al op het punt om te exploderen. De gewaden
van hun hogepriesters liggen hier opgeslagen, in dit gebouw, onder onze “hoede”. Voor de
vromen... is onze aanwezigheid in hetzelfde gebouw al voldoende om de stof
van die gewaden te ontheiligen. Wàt DÈNKEN JÙLLIE dat er gebeurt als...’
Sjomron wees uit het raam. ‘Als de zon opkomt?’
vroeg hij, en wéés naar de
zilveren rand die boven
de bergen van
MOAV uit-
steeg.
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende