38316123 ‘BrengDeLeiders VanDezeOproerkraaiers
BIJ MÍJ
ZODAT IK ZE KAN BESTRAFFEN,”
drong Vara aan. Marcus had daarbij twee Jóden in gedachten:
de gewelddadige oudere broer & de man in ‘t gestreepte gewaad.
Maar als hij hen aan Vara uitleverde, zouden ze gekruisigd worden.
Marc was ervan overtuigd dat Pilatus níet blij zou zijn met zó’n bloederige gang van zaken.
Dus gebaarde hij naar de menigte van honderden woedende Jóden. ‘Misschien wil Pretoriaan
Vara Vandaag aanwijzen wie híj in gedachten heeft,’ zei Marcus.
Het was een wankel evenwicht, maar door het machtsvertoon en de zelfbeheersing
die Marc aan de dag legde, wist een bloedbad te voorkomen. Zo snel als hij kon,
trok Marcus zijn troepen terug tot de poorten van de Tempelberg. Ze beperkten de toegang
van gelovigen tot groepjes van vijfentwintig. Telkens als ‘n groep gelovigen klaar was met offeren
en het terrein verliet, mocht een even groot aantal binnenkomen...
De Tempelwacht, inmiddels op volle sterkte,
zette ‘t Plein ten Noorden van ‘t Heiligdom àf. De gelovigen
mòchten hùn godsdienstige plicht vervullen, maar kregen niet de kans dichterbij
die gehate medaillons te komen. De Jóden mochten geen groepen vormen gróter dan ‘n MINYAN
van 10! Voorlopig was de crisis bezworen. Toen Marc terugkeerde in de burcht Antonia, trof hij daar QAYAFA aan, samen met ‘n groep geagiteerde, gejaagde medewerkers. De Jóden bevonden zich
i/h vertrek, waar de Joodse ceremoniële gewaden opgeborgen lagen. ‘t Was ‘n traditie & ‘n téken
van respect voor de Joodse gebruiken dat het vertrek, waar de kleding v/d hogepriester
opgeslagen was, niet door heidenen betreden werd. Op die zó eenvoudige manier
vormde dìt vertrek, dat sterk geurde naar cederhouten kasten
& wierook, ‘n eiland nu als het ware van
Joodse heiligheid, middenin
dit heidense
fort.
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende