38424179Je denkt toch niet dat ik zo´n uitnodiging
KÀN ÀFSLAAN...?´
Hij ging staan.
Hij streelde haar wang
& citeerde de woorden van Propertius:
Ik voerde geducht de strijd in jouw schoot.
Òfwel vecht ik mèt jou in de liefde
òf vóór jou tégen mijn riválen.
In dàt strijdperk ken ik geen pardon.
Wees blij de mooiste van àllen te zijn:
Jij zou het als pijnlijk ervaren
Als er één mooier was.
Maar je hèbt alle reden trots te zijn...
Ze sloeg haar armen om zijn middel & fluisterde: ´Blíjf, Marcus.
We hebben àlle tíjd... Blíjf... Carta kan wachten.´
¨Maar Herodes Antipas niet. En Pilatus ook niet.¨ ´BLÍJF,´ PLAAGDE ZE HEM. ZE WIST DAT HIJ ALWEER OPGEWONDEN WAS. ´ZÈG HÈN MAAR DAT JÍJ JOUW SCHERMKUNST OEFENEN MOEST!´ HIJ KNIELDE VÓÓR HAAR NEER, ZIJN GEZICHT VLAK VOOR ´T HARE. ZE SLOEG HAAR BENEN ÒM HEM HÉÉN. ZIJN GEZICHT VERTROK VAN SPANNING. NAM HIJ HET ZICHZELF KWALIJK DAT HIJ HAAR BEGEERDE, TERWIJL HIJ GEEN TIJD HAD OM HAAR TE NEMEN? OF WAS ´T IETS ÀNDERS? HIJ KUSTE HAAR HARD OP HAAR LIPPEN EN ZE VOELDE HET VUUR
VAN DE HARTSTOCHT DOVEN...
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende