‘Dus Moeten De Onschuldigen Eerst Dood!’
‘Mama? Verbrandt U Mij Op Dit Altaar?’
‘Hij Vermoordt Mij In Úw Schoot.’
‘Om Adonai, de Eeuwige, Te Weerstaan Offert U Mij Op? Mama?’
‘Wat Was.’
‘Wat Is.’
‘Wat Zijn Zal.’
‘Wij Kinderen...’
‘Kleine Handen En Een Fluwelen Huid.’
‘Hou Me Vast, Mama! Mama?’
‘Geef Me Een Zoen En Zing Me In Slaap.’
‘Wij Kìnderen...’
‘...zijn dé èchte martelaren onder de troon van Adonai.’
De weeën likten haar rug als vlammen en klemden zich als ‘n bankschroef
om haar middel. De pijn hield haar onverbiddelijk in zijn greep, totdat ze nauwelijks
nog kon ademhalen. De warmte van bloed en wáter sijpelde uit haar lichaam, terwijl
‘t gif begon te werken om de baby af te drijven. “MARCUS!” snikte ze. Haar stem weergalmde
door de diepten van de spelonk waar Legioen haar neergelegd had. Ze stak haar armen uit
naar de ledigheid die haar omringde. Er was niemand die haar troosten kon!
NÍEMAND om haar hier wèg te halen? Verre stemmen
en demonen knisperden & sisten als slangen. Ze eisten haar zíel òp
voor de eeuwigheid. Er was geen weg terug! Geen ommekeer mogelijk? Alle hoop
in haar leek gestorven. Óók in zó’n sóórt licht ziet Mor de voorbije twee eeuwen:
de voorouders, boeren, baggeraars, onze Overgrootouders, Grootouders,
Ouders, Vader, Moeder, Tantes, Ooms, Neven, Nichten, vrienden,
huisgenoten, buren in al hun verscheidenheid sinds mei 1945 ~
de jaren ‘50/‘60/‘70/‘80 Tsjernobyl, El Al, A’dam, 9/11, USA,
USSR & de Chinezen, Mongolen, Japanners,
Indianenstammen, Aziaten, Europeanen,
Afrikanen: Global Sapiens
myDisapjes.