38741dc36/3 “G`d Òp Hèt Dàk” Yèsj wèrd wàkker vàn~

DÉ GEVÁÁRLIJKSTE LÙCHT DIE NATSERET KÈNDE: RÓÓK. Hij sprong uit zijn bed
en rende naar buiten, terwijl hij zijn onderkleed en jas aantrok. Dìt was niet de warme geur van het brood dat zijn moeder in de oven bakte! Déze geur was venijnig en scherp, dé geur van rampspoed. Yesj zag ´n zwarte rookpluim van het dak afkomen. Hij wilde juist alarm slaan, toen hij een ladder tegen de muur zag staan. Hij klom omhoog en toen zijn hoofd boven de dakrand kwam, zag hij Yitschak. De blinde dorpeling zat gehurkt naast ´n klein vuurtje van naaldhout dat hij op het vlakke lemen dak aangestoken had. In één hand hield hij een mès, in de andere ´n konijntje, trillend van angst. ¨DOE HET NIET!¨ De blinde man hoorde de stem van Yesjoe & keerde zich òm. ´Je hebt een offer nodig,´ zei hij op besliste toon. Hij hield het konijntje omhoog. ´Één van mijn zonen heeft het vanochtend gevangen.´ De vrouw van Yitschak zorgde goed voor hem & al was hij blind, zijn onderkleed was schoon & z´n baard làng, maar nètjes, als die van ´n patriarch. ¨WAT ÌK NODIG HEB, IS DAT HET HUIS NIET AFBRANDT,¨ ZEI YESJOEA TERWIJL HIJ OP HET DAK KLOM EN NAAR HET GEÏMPROVISEERDE ALTAARTJE VAN TWIJGJES EN TAKJES LIEP. Niemand wìsr wàt er aan de hand was met Yitschak. Hij was bijna van ´t ene moment op ´t andere blind geworden. Dìt was ´n RÀMP voor zijn vrouw & twee zonen, want die waren nog niet oud genoeg om op pàd re gaan. Ze hoedden ´n handjevol schapen terwijl hun vader thuisbleef. Yehosjoea probeerde ´t konijntje te pakken, maar Yitschak stribbelde tégen. ´Je brengt dit huisgezin in problemen. Ik wéét wáár jij naartoe bent geweest. Ìk wéét wíe jij gezíen hèbt!´ Yesj aarzelde. ´n Offer was dé gebruikelijke manier om te reageren op het òngenoegen van de God en sinds hij blind was, werd Yits-chak geobsedeerd door ´g`d´!? Mèt zijn blindheid was ook ´n gave gekomen: helderziendheid. Althans, dat geloofde men! ¨LATEN WE EERST PRATEN,¨ zei Yesjoe. Hij ging naast Yitschak zitten, die hem met tegenzin ´t trillende diertje gaf. Yesjoea schopte de brandende takjes & twijgjes uit. ¨MISSCHIEN HAD G D ´N ÀNDER PLAN EN HEBBEN DE ZELOTEN GELIJK! MISSCHIEN KOMEN WE ALLEEN ÒM ÀLS WE NÍET VÈCHTEN.¨ ´G D ÌS ALTIJD ÍETS VAN PLAN,´ zei Yitschak. ´IETS MYSTERIEUS, ZOALS DE MÈNSEN ÚITKIEZEN MAAR ZE VERVOLGENS GÉÉN KRÀCHT GÉVEN! WÍE HÉÉFT DÁÁR ÓÓIT ´N ÀNTWOORD OP GEVONDEN?´ Z´n stèm werd èrnstiger. ´EN DÀN JÍJ. JE HÈBT DÉ GÁVE BÍJNÁ... BÍJNÁ KÀN ÈRGER ZIJN DÀN HELEMAAL NÍET.´ Yehosjoea wìst dàt de mènschen dìt óver hèm zeiden en dat ze dachten dat híj nèt àls Yitschak wàs, alleen zònder het excúús van blindheid.

huilen
15 jun 2020 - bewerkt op 18 jun 2020 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Asih
Asih, man, 79 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende