39082DC154'OmdatDeGemartelde&DeMartelaarGelijkZijn
Q&@
IN DE OGEN VAN G D,'
zei Yehosjoea. De woorden waren niet van hem.
Ze kwamen dóór hèm héén en net als de gevangene rilde hij toen hij zag dat het mes een kruis maakte.
De gevangene was verdwaasd en dacht dat hèm de edele uitweg geboden werd.
Zijn handen trilden toen hij de punt op zijn hart richtte.
De zeloten bleven stokstijf staan en wachtten op de komende zelfmoord.
'Nee,' zei Yesjoea en hij trok het wapen weg van de borst van de gevangene, 'je wordt geroepen.'
Hij hief zijn hand op en de gevangene hapte reutelend naar adem.
Hij viel voorover, het mes viel uit zijn handen en kletterde op de grond.
'Zo,' zei Yesjoe. 'Het is volbracht.' Niemand hield hem tegen toen hij naar Miryam liep
en haar hand pakte.
Ze liepen in de richting van de smalle trap die terugvoerde naar de herberg.
Yud blokkeerde de weg. "HEB JE EEN ROMEIN NAAR DE HEMEL GESTUURD?' riep hij uit.
"JIJ BENT GEEN MESSIAS, JE BENT GÈK!"
Opeens kwamen de drie zeloten tot leven.
"MESSIAS?" echode Micha. Hij staarde naar Judas. Misschien waren ze allebei gèk.
Yesj schudde zijn hoofd. 'G d heeft iemand genade betoond die jij veroordeelde.
Misschien ìs de Messias GEKÓMEN, maar dàn moet jij een verschrikkelijk feit onder ogen zien:
hij is ook gekomen om Romeinen te redden.' Dit was pure godslastering en de zeloten stonden perplex.
Heel even konden ze zich niet bewegen. Yesh duwde Yud opzij.
Hij hield Mir vàst & leidde haar de trap òp. Ze konden 't dronken gebral boven al horen.
Ze liepen bijna tegen een wijnvat aan dat boven aan de trap stond
en even later waren ze verdwenen.
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende