39085DC114DeLáátsteGoudenStralenZonlicht Vielen Op
ZIJN GEZICHT.
DOOR DE SPLETEN IN HET DOORGEZAKTE HOUTEN DAK ZAG HIJ DE ZON ONDERGAAN.
DE LUCHT IN DE SCHUUR WAS MUF EN KOUD. YESJ VROEG ZICH AF WAAROM HIJ NIET STOM-VERBAASD WAS. HIJ HAD NIETS GEDAAN OM DE ZOON TE WORDEN, EVENMIN ALS EEN BABY MOEITE DOET OM GEBOREN
TE WORDEN.............
MAAR net als een baby was hij
uit een soort van onzichtbare duisternis gekomen en was de wereld mèt hèm hèrbóren.
“G d” híeld verdere uitleg voor zichzelf? De ooien liepen naar ‘n smalle trog met vers hooi
en begonnen te kauwen. De lammetjes huppelden in het rond,
te dartel om te slapen.
Yesj sliep zelf wèl,
want het eerste waar hij zich weer van bewust werd,
was een bons tegen de lemen muur onder hem. ‘t Was TÉ zàcht om hem helemaal wakker te maken,
maar er volgde een tweede bons en een derde.
Hij ging op z’n zij liggen
& tuurde door ‘n spleet in de muur.
In de grijsblauwe schemering vóór de dageraad hadden enkele dorpelingen hem gevonden. Ze wierpen er stenen naar de schuur. Nòg een paar stenen raakten de muur met eenzelfde doffe bons.
De schapen blaatten nerveus en Yesj
werd helemáál wakker.
Hij klom de ladder af
zonder zich af te vragen in wèlke stèmming men hem nu weer begroeten zou!
Deze mensen zouden wel vol vreugde en ontzag zijn. Het wonder van de vorige dag had hen verteld wie hij nu wel of níet wàs? Maar waarom keken de mènschen zó àfwíjzend toen hij
in de opening stond v/d schuur!
Verschillende mannen hadden nieuwe stenen opgepakt die ze klaarhielden om ermee te gooien.
Iemand ríep: “WIE BEN JIJ?” Yesjoe herkende hem als de boze man v/h waterbekken~
Iemand gooide een steen naar Yesjoea
en miste hem op ‘n háár na.
De man had lukraak gegooid
want het was nog TÉ donker om góed te kunnen zien.
“WIE BÈN JIJ?” herhaalde de stem nu, barser & lúider.
Yehosjoea draaide zich òm.
Zijn eerste impuls was juist geweest!
Hij had weg moeten gaan
& níet lànger híer blijven
rondhangen.
?♀️??
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende