39088DC117 Iedereen hier leefde achter 'n muur die
ZÓ DÌK WÀS
ALS DE OUDE VESTINGWAL VAN DE STAD.
YESJ ANTWOORDDE NIET METEEN MAAR PAKTE ÉÉN V/D AARDEWERKEN KRUIKEN,
DIE DAAR LAGEN VOOR ALGEMEEN GEBRUIK.
‘Zien jullie dit?’ zei hij.
Hij vulde de kruik met water en hield hem in de hoogte. ‘Dit wáter is als de Heilige Geest.’
Hij liet de kruik langzaam kantelen & de inhoud over zijn hoofd stromen.
‘Als ik de geest over me laat regenen, word ik zuiver en schoon. Maar over een half uurtje is het water opgedroogd en weggewaaid? Dan word ik weer VÚIL van zweet en modder!’
Hij vulde de kruik nogmaals en hield ‘m dicht tegen zijn borst.
‘Maar als ik hetzelfde water neem & ‘t afdek & op ‘n koele plaats wegzet, gaat het dagenlang mee?
Dat weten jullie allemaal!’ YESH wachtte om te zien wat voor ‘n effect
zijn woorden nu zouden hebben.
‘Leg eens uit wat je bedoelt!’ riep iemand ongeduldig.
“JE HART IS ALS DEZE KRUIK ~ VÙL HET MET DE HEILIGE GEEST EN BEWAAR HEM BINNENIN JE! Dàn kàn de geest níet opdrogen of blijven wegwaaien? Op een dag zul je verbaasd staan, want G d wéét Wáár Ònze Geheime Plekjes al met al zo nu zijn! Op ‘n DÀG waarop je het ‘t minst verwacht, stroomt ook jouw kruik óver en kùn door ‘t Vuur lopen èn àlles dóen wàt je wìlt?!
Want Níets Is immers ònmógelijk als de Geest in je aanwezig is!?’
SOMMIGEN FLUISTERDEN VERBAASD, ANDEREN REAGEERDEN BOOS.
YESH schonk er nu geen aandacht meer aan: hij klom úit ‘t Waterbekken & wikkelde z’n Kleed over z’n halfnaakte lichaam!
“Jullie hebben ‘t recht om te weten wíe ÌK bèn: ik ben Yehosjoea van Natseret. ‘n Paar van jullie hebben nu dus ook dezelfde naam & anders wel je broer of nééf? Maar ‘n náám betekent níets. Ik?ernaar als je mij roept, maar mijn ziel niet. Mijn ziel woont in G d & antwoordt alleen als G d roept!”
Er steeg Instemmend Gemompel op uit de groep Omstanders, maar ‘t kon de Boze Stemmen niet verjagen.
YESH glimlachte in zichzelf.
Sinds z’n hergeboorte was ‘t eenvoudig òm de waarheid te spreken.
Hij kon zich al niet eens meer voorstellen dat hij bang geweest was voor de Waarheid.
Één v/d Oudere Mannen, grijzer dan de rest & hoogstwaarschijnlijk ook armer,
getuige z’n opgelapte bovenmantel, kwam naar voren en zei:
‘KOM NAAR MIJN HUIS EN
LAAT ME JE TE
ETEN GEVEN!’
‘Wááròm?’ vroeg Yesj.
?
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende