Q&@
MOEST ÌK HET MÉÉ DÓEN?!
ÌK, die de ezelinnen van mijn vader had gezòcht, was ìnééns plotseling pardoes kóning geworden omdat mijn Trouwe Vriend YEDIED zó vreselijk nódig 'n godsman moest gaan raadplegen!?
'n Beter onderdaan kun je als koning niet hebben. Ònderdáán, het Wóórd alleen ZÈGT het al! Hïj màg de rèst van z'n hele léven voortaan wel aan mijn voeten doorbrengen?
Ik werd door de profeet op weg gestuurd met 'n nauwkeurig omschreven routeplan. Ik moest eerst naar het Graf van Rachel, de Moeder van de Stam van BENYAMIN, in de buurt van SELSACH!
Dàn moest ik mijn wèg vervòlgen tot aan de Tabor-eik, u weet wel, dat is een soort van Bóóm. Daarna mocht ik eindelijk weer terug naar GIBEA.
Op àl die plaatsen stonden MÍJ dan gebeurtenissen te wachten waarin ik totaal geen zin hàd, maar wàt DÓE je tegen al die opdrachten van een profeet als SJMOE'EL? Nìks! Ik gìng dùs òp pàd.
Mijn vriend Yedied stond me òm de bòcht van de wèg òp te wàchten zodat ik hem meteen 'n flink pak rammel kon geven?!
Ik ging voor hem staan en zei: "JE WORDT BEDANKT, UILSKUIKEN"! Ik balde mijn vuist, haalde úit en trof hèm VÒL òp zijn neus. Hij viel steil achterover, bloedend als 'n rùnd, & dàt lùchtte MÍJ enigszins òp!
De arme jongen kon niet weten waarom ik zó vreselijk kwaad was, mijn koningschap was nog geheim, maar ÌK wìst HÈT wèl en dáár ging het om!
Hij kwam overeind & snotterde: "De ezelinnen zijn toch terècht?"
"VEEG JE NEUS AF,"
zei ik,
"ÈN GÁ ÀCHTER ME LOPEN, WANT IK WIL JOU
VOORLOPIG NIET MEER ZÍEN!"
Streng doch rechtvaardig, zoals het een koning betaamt!
Het is 'n eind lopen van RAMA naar Selsach, maar ik heb niets gemerkt van 't verstrijken v/d tijd.
We moeten er wèl vele dagen onderweg geweest zijn en al die dagen heb ik geen Wóórd gesproken.
Het was alsof ik op slot zat: mijn kaken dichtgeschroefd, mijn tong verstijfd?! Ik was 'n wandelende dode, de wereld zei me niets. En m'n hart verdronk in 'n bittere modderpoel van grote droefenis.
Ik voelde 'n diepe afkeer van 't Léven, alsof 't 'n Vieze Bezigheid was die stònk!? Ik had niemand líef, mijn ouders niet, Yedied niet, Sjmoe'el niet & God al helemaal niet!?
Àl het menselijke was MÍJ VRÉÉMD?!
?